Mozes Wijnberg komt uit Leek, een dorpje vlakbij de stad Groningen. In 1920 trouwt hij daar met Greetje Velleman. Waarschijnlijk zijn ze kort daarna naar Enschede verhuisd. Ze hebben twee dochters, Ellie en Sonja. Wijnberg is vendumeester bij de groente- en tuinbouwveiling in Enschede. Als zodanig is hij betrokken bij belangrijke evenementen, zoals E.L.I.T.E., een grote tentoonstelling van de land- en tuinbouw in Twente. Op een foto in de krant staat hij samen met textielfabrikanten als Van Heek en Blijdenstein. Bij een later soortgelijk evenement leidt hij prinses Juliana en koningin Wilhelmina rond.
Naast zijn baan en gezinsleven regisseert Wijnberg amateurtoneel, waaronder de toneelvereniging Grönningerlaand, een vereniging die Groningers in Enschede bij elkaar brengt. Na de eerste wereldoorlog wordt hij ook regisseur van Enschede’s Vrije Toneel (EVT), een vereniging van vrije socialisten in navolging van Ferdinand Domela Nieuwnhuis. Hij haalt de vereniging uit het dal waarin ze zich bevinden vanwege de oorlog en het vertrek van enkele prominente leden. Bij het 35-jarig bestaan van de vereniging in 1937 memoreert hij de wijze waarop hij als leider bij EVT is gekomen en wijst op "de prettige samenwerking en de grote offervaardigheid der leden". In verschillende recensies wordt zijn werk als regisseur geloofd.
Wijnberg bemiddelt bij het vinden van een baan voor Palestina-pioniers: Joodse vluchtelingen uit Duitsland die zich in Twente voorbereiden op hun reis naar Palestina. Tussen 1933 en 1942 zijn er meer dan 100 van dergelijke Palestina-pioniers werkzaam in Enschede en Twekkelo. Ze wonen vooral in de villa Haimer’s Eschin Twekkelo, een deel van hen slaapt in het schooltje in Twekkelo.
Eind 1940 wint Mozes Wijnberg bij de kerstpuzzel van Tubantia een zakmes. Dochter Ellie, verkoopster, trouwt in de eerste oorlogsjaren met Michiel de Winter. Ze worden alle drie opgepakt bij de eerste razzia’s in Enschede in oktober 1942 en naar Westerbork gebracht. Daar bevalt Ellie in januari 1943 van een zoontje, Jeziais Mozes. Mozes Wijnberg is dan al naar Mauthausen gedeporteerd, waar hij op 30 oktober 1942 overlijdt. Ellie wordt met haar gezin op transport gezet naar Auschwitz. Waarschijnlijk worden moeder en zoon meteen na aankomst vergast. Zij hebben beide dezelfde sterfdatum: 3 september 1943. Vader Michiel sterft op 31 januari 1944 in Auschwitz. Alleen Greetje, de vrouw van Mozes, en hun dochter Sonja overleven de oorlog.
Eén van de leden van Enschede’s Vrije Toneel meldt later dat de vereniging in de oorlog gestopt is, nadat Mozes Wijnberg voorgoed is weggevoerd: de leden hebben geen lust meer om te spelen. Bij het 50-jarig bestaan in 1952 wordt Wijnberg uitgebreid herdacht. “In het bijzonder gedenken wij bij deze wijlen de heer Wijnberg, die 25 jaar belangeloos de vereniging gediend heeft en veel heeft bijgedragen aan de bloei en groei van onze vereniging. Helaas moesten wij in de afgelopen oorlog de heer Wijnberg missen. Israëliet zijnde viel hij als slachtoffer van de Nazibeulen. (…) Hij heeft de vereniging gemaakt tot een werkelijke toneelgroep”. De vereniging viert in 2022 haar 120-jarig bestaan en houdt de herinnering aan Mozes Wijnberg graag levend. (www.evtoneel.nl)