Verhaal

De familie Klein op 18-6-1938

Staande van Links naar Rechts
Emiel, Jodi, Edith, Eli, Adolf

zittend: Benjamin Klein en Henriette Klein-Mendel

Jozua Klein werd geboren op 3 april 1901 in Wildervank, Nederland. Hij was getrouwd met Rosi Mendel. Zij werd geboren op 26 maart 1906 in Duitsland. Ze kregen 2 kinderen: Rita Klein, geboren op 26 april 1933 en Benjamin Klein geboren op 30 juli 1914.

Zijn ouders waren: Benjamin Klein en Henriette Klein-Mendel. Benjamin werd geboren op 26 september 1872 in Wildervank, Nederland. Tijdens de oorlog werd hij door de Duitsers gearresteerd en is op 19 november 1942 omgekomen in concentratiekamp Auschwitz. Henriette werd geboren op 18 juni 1868 in Lenich, Duitsland en overleed op 25 oktober 1940 in Stadskanaal.

De arrestatie van Jozua Klein
Jozua Klein stond aan het hoofd van een verkoopteam. Toen hij op een dag zijn verkopers bezocht, werd hij gevolgd door de Duitsers. De Duitsers vonden ook zijn verkoopteam van 8 mensen. Ze werden begeleid naar een hotel in Den Haag. De volgende dag werden de niet-joodse verkopers vrijgelaten en werd de joodse verkopers gearresteerd.

Deportatie naar concentratiekamp Mauthausen
Rosi Klein bezocht haar man elke week. Op een dag in 1940 bezocht ze haar man met een mand vol fruit en tijdens dat bezoek vertelden ze haar dat haar man naar Mauthausen was gedeporteerd. Ze heeft haar man nooit meer gezien. In juli 1942 ontving ze een brief van het Rode Kruis waarin stond dat hij aan een longontsteking was overleden. Later ontving ze een brief van de Duitsers en zij vertelden haar dat haar man was doodgeschoten toen hij een poging deed te vluchten.

Toen Rosi het nieuws hoorde dat haar man in concentratiekamp Mauthausen was omgekomen, kreeg ze een zenuwinzinking. Haar 9-jarige dochter ging voor haar jongere broer en zus zorgen, met de hulp van buren en vrienden.

Rosi en haar kinderen moesten onderduiken
Haar buren die voor het Nederlandse verzet werkten, vertelden haar dringend dat zij en de kinderen moesten onderduiken. Ook in de stad Leiden waar ze woonden, waren er bijna dagelijks razzia’s waarbij joden werden gearresteerd. Maar moeder Rosi had hier geen interesse in, ze had een brief van de dokter dat ze te ziek was om te reizen. Later die dag kwam mevrouw Eem Stoffels langs en overtuigde moeder Rosi ervan dat de brief van de dokter in dit geval niet zou helpen. Om 18.30 uur verlieten Rosi en haar kinderen het huis via de achterdeur en rond 19.50 uur kwam de Duitse Gestapo het huis binnen om het gezin te arresteren.

Het gezin ging naar een tijdelijk onderduikadres en de volgende dag kwamen Eem Stoffels en haar man Hyme, die beiden actief waren in het verzet en die meehielpen met Joodse onderduikers. De kinderen Ingrid en Benjamin stapten achterop de fiets van Eem Stoffels en werden naar een onderduikadres in Oegstgeest gebracht. Dat was het moment dat de kinderen deel gingen uitmaken van een grote groep verborgen kinderen.

Toen ze in Oegstgeest aankwamen, ging het gezin uit elkaar. De kleine Benjamin dook onder op een boerderij in Sassenheim. Zijn zus Rita ging naar een tulpenboerderij in Zuid-Holland. Moeder Klein werd huishoudster toen ze onderdook. De ironie hiervan was dat zij op een gegeven moment in een tehuis voor oudere dames in Velp werkte. Dat huis werd door de Duitsers geconfisqueerd en werd een regionaal SS-hoofdkwartier. Moeder Klein moest in die tijd voor haar aartsvijand werken.

De jaren na de oorlog
Na de bevrijding van Nederland in mei 1945 werd het gezin met hulp van Eem Stoffels herenigd. Moeder Klein moest nu voor haar kinderen zorgen en besloot een pension te beginnen. De kinderen moesten helpen met de klusjes. Tegelijkertijd begonnen ze met de basisschool.  Een oom van Rosi was tijdens de oorlog uit Duitsland gevlucht en hij was in staat geweest om passage te vinden op een boot uit Hoek van Holland die naar Cuba zou varen. Van daaruit emigreerde hij naar Miami. Na de oorlog hielp hij Rosi en haar gezin met emigratie naar de VS. Hij had een huis gekocht voor Rosi en haar gezin. De oom was alleenstaand, maar hij werd een vaderfiguur voor Rosi’s familie. Rosi's dochter werd Voorzanger in een synagoge in Alabama. Ze is ook actief betrokken bij het Holocaust Education Center en deelt het overlevingsverhaal van haar moeder en de familieleden die niet terugkeerden uit de concentratiekampen.

 

Media bestand