Verhaal

Josua de Winter

ontdekte een "gat" in de markt

Door: Chris Brand

Josua de Winter werd op 6 maart 1902 in Rotterdam geboren, zoon van Abraham de Winter en Kaatje Cohen. Hij kwam rond 1924 in Enschede terecht waar hij de comestibles speciaalzaak van L. de Beer jr. aan de Lipperkerkstraat 34-36 overnam. Hij verkocht allerlei relatief luxe voedingsmiddelen zoals versterkte wijnen en likeuren, chocolade en suikerwaren, en seizoensgebonden vis en fruit. In het jaar daarop zou hij met Saartje Levij gaan trouwen. Op een gegeven moment verkocht hij het bedrijf aan A. Th. Grabal eind 1927. Hun zoon Abraham (Bram) was toen net geboren en het werd tijd voor een nieuw begin.

In de loop van 1928 begon hij aan de Oliemolensingel nr. 58 een handel in zakken. Hij verkocht, verhuurde en repareerde zakken. Tot ver in de jaren '50 werden geweven zakken van jute en hennep voor allerlei doeleinden gebruikt om goederen te verpakken en waren relatief duur maar uiteindelijk ook duurzaam. In de crisis periode letten ondernemers nog meer op "de kleintjes" en zijn zakkenhandel was een gouden greep geworden. Dochter Sophia (Fietje) werd hier geboren in 1931.

Hij verhuisde het bedrijf naar het Gronauschvoetpad nr 83 rond 1934. In 1937 werd het bedrijf bij de KvK ingeschreven aan de Walstraat 23 op het jaar daarop aan de Alsteedschestraat nr 23 te worden ingeschreven. Hij noemde zijn onderneming nu een zakken- en balenhandel. Hier zou in 1940 zoon Simon worden geboren. Dit adres was het laatste woonadres van Fietje. De eigenlijke straat is verdwenen maar lag in het gebied waar nu de nieuwe Mooienhof ligt.

In 1939 plaatste hij een advertentie waarin hij zandzakken voor luchtbescherming aanbood. Hij kon echter nog niet bevroeden dat er in de jaren daarna inderdaad iets zou gaan plaatsvinden...

De onderneming blijkt rond 1942 onder beheer te zijn gekomen van de accountant Jacob Gerrit de Kramer. Hij verplaatste het bedrijf naar de Varviksweg nr 14. De naam van de onderneming bleef nog altijd fa. J. de Winter.

Na de oorlog kon Josua zijn onderneming weer in handen krijgen. Hij vond een nieuw onderkomen aan de Borstelweg nr 1B en ging over tot het aanbieden van papieren en kunststoffen zakken. Rond 1952 trad zoon Bram toe tot de firma en werd de naam fa. J. de Winter en Zoon. In 1953 werd het bedrijf omgezet in een N.V. 

Doordat de Borstelweg nogal ver van he centrum was verwijderd werd met de fa. J. de Hartog samengewerkt. Detaillisten konden in de stad bij hem aan de Zuiderhagen 51 hun goederen ophalen.