Verhaal

Familie Looper-Cohen

De jongste zoon van de familie Looper-Cohen, Emanuel, werd Maan genoemd. Moeder Susanne Sofie Looper-Cohen was een lange en tengere vrouw. Haar man Gabriel klein en gezet. Hij ging langs de deuren met garen en band. Julius, de middelste zoon, was gehandicapt.
Toen het openbaar vervoer voor Joden werd verboden, schreef zijn schoolhoofd in juli 1942 een brief aan de burgemeester van Arnhem met de vraag of Julius een tramvergunning kon krijgen. De jongen was namelijk fysiek niet in staat om de afstand naar school lopend af te leggen. De burgemeester speelde de vraag door naar de Joodse Raad. Hoe de zaak is afgelopen, is onbekend. Enkele maanden na het versturen van de brief, is het gezin gedeporteerd en vermoord.
Margo Klijn, De stille slag: Joodse Arnhemmers, 1933-1945 (Westervoort 2003) 125-127.