Verhaal

Sonja Taub en haar verhaal

https://www.deportesdelyon.fr/les-archives-par-famille-n-z/enfants-touw

Taub (Sonja Sonia), geboren op 8 juni 1927 in Rotterdam (Nederland), overleden in september 1944 in Auschwitz (Polen) (ook bekend onder alias Marie TOUW) is de dochter van Poolse ouders:

Taub (Benjamin, Wolf), geboren op 6 augustus 1898 in Zduńska Wola, Polen) overleden januari 1945 in Weimar-Buchenwald (Duitsland). (alias Bernard TOUW)

Kantoorbediende en vervolgens kruidenier.

Taub, geboren als Zilberzahn (Hendel) op 19 maart 1894 in Dobreczyn (Rusland), overleden in november 1944 in Auschwitz (Polen) (OJ). (alias Anna TOUW née VANDALSEM)

Verzameld in Lyon, werd ze op 27/03/1944 door konvooi nr. 70 naar Auschwitz gedeporteerd. Ze stierf in deportatie.

En niet, Anna (17/04/1898, Rotterdam) en haar vader Bernard (18/08/1894, Amsterdam).

Laatst bekende adres: 26, quai de Bondy 69005 (Lyon)

Verzamelplaats: Lyon   Konvooi nummer: 70     Datum van deportatie : 27/03/1944

De orthodox-joodse familie was lid van de Nederlandse Israëlitische gemeente. Sonja's grootvader, Schlema Zelman Silberzahn, is de voormalige shohet (Joodse rituele slachter) van Rotterdam (Bron: Erasmiaan High School).

In september 1940 ging Sonja op dertienjarige leeftijd naar de eerste klas van de Erasmus Hogeschool (Erasmus). Na de zomervakantie van 1941 mocht Sonja, net als de andere Joodse leerlingen van Erasmiaans, niet meer naar school. De meeste Joodse leerlingen van Erasmus gaan daarom naar de Joodse Middelbare School in Rotterdam, die speciaal voor hen in Kralingen is gemaakt. Sonja gaat echter in klas 2a van de HBS-afdeling naar de Joodse Middelbare School in Den Haag waar ze op een klassenfoto voorkomt (Bron: Sonja Taub – Erasmiaans Gymnasium).

Een boek vertelt het verhaal van deze studenten: Wally de Lang, Slotakkoord der kinderjaren: Herinneringen aan het Joodsch Lyceum Fisherstraat, Den Haag 1941-1943 (2003).

Sonja's vriendin Carry Ulreich publiceert in 2016 haar dagboek "At night, I dream of peace, diary 1941-45" waarin ze onder andere vertelt over haar banden met Sonja.

Deze informatie werd doorgegeven door Carla Berkhout-Blond, vrijwilligster van het project Every Name Counts van het Arolsen Archief).

Het gezin probeerde aan de nazi's te ontsnappen via het evacuatienetwerk van Nederland naar Parijs, het DPE (Nederlands-Parijs netwerk). Deze evacuatieroute bestaat uit een netwerk van verzetsstrijders die mensen via België en Frankrijk naar Zwitserland of Spanje smokkelen.

De vluchtelingen steken de Maas over naar België bij Maastricht.

De familie Taub reist vervolgens met de trein via Brussel en Parijs naar Lyon. Daar is een consulaat van Nederland gevestigd, waarvan de consul Maurice Jacquet is, nauw betrokken bij dit netwerk. Sonja en haar ouders staken in augustus 1942 de Franse grens over onder de pseudoniemen Marie Touw (Sonja), Bertrand Touw (Benjamin) en Anna Touw (Hendel).

Zij hebben een visum voor Curaçao  Tevens hebben ze ook een identiteitskaart op naam van Zoov, een Nederlander, uitgegeven door de Zweedse ambassade in Parijs.

Ze komen aan in Lyon, een belangrijk knooppunt van het netwerk en bleven daar tot februari 1944, wachtend op een kans om naar Zwitserland te gaan. In Lyon verblijven ze in een prachtig huis met uitzicht op de Saône, op het adres 26, Quai Bondy. De familie Taub woont ongeveer een jaar en vier maanden verborgen op dit adres.

In 1944 werden medewerkers van het DPE-netwerk (Nederlands-Parijs) in Parijs gearresteerd en gaven de naam van consul Maurice Jacquet. Op 28 februari 1944 werd hij gearresteerd in zijn consulaat, 104 rue du Président Edouard Herriot (69002).

Toen hij werd gearresteerd, werden alle mensen die op dat moment op het consulaat aanwezig waren – inclusief mensen die alleen hun verzekeringspremies kwamen betalen – gearresteerd. Onder de gearresteerden zijn een jonge Jood en de familie Taub.

Maurice Jacquet wordt gedeporteerd naar Mauthausen en wordt vrijgelaten op 06/05/1945 (Bron: Montluc Archive).

Na hun arrestatie worden Sonja en haar ouders naar de gevangenis van Monluc gebracht.

Van daaruit werden ze overgebracht naar het doorgangskamp Drancy, ten noorden van Parijs. Vanuit Drancy werden ze op 27/03/1944 gedeporteerd naar Auschwitz waar het konvooi op 30/03/1944 aankwam.

Van de 1000 gedeporteerden in het konvooi werden 380 mannen geselecteerd voor dwangarbeid en getatoeëerde nummers 176096 tot 176475, evenals 148 vrouwen die getatoeëerd waren nummers 76162 tot 76309.

De rest van het konvooi werd vergast zodra het aankwam.

Sonja overleed in Auschwitz op 4 september 1944 (bron: Historische Verdedigingsdienst). Haar moeder (onder de naam Anna Touw) overleed op 07/02/1945 in kamp Ravensbrück (Bron: Alrosen).

De vader overleed rond 24 januari 1945 tijdens de dodenmars van Auschwitz naar Buchenwald.