Verhaal

Alexander de Vries Opgepakt bij razzia op zaterdag 22-02-1941

Alexander de Vries

Amsterdam 21.07.1916 - Mauthausen 27.08.1941

Vrolikstraat 80-I

venter

Alexander de Vries was de oudste zoon in het gezin van Simon de Vries en Esther Druif. Een ouder broertje was op een leeftijd van negen maanden overleden. Na Alexander kwamen nog drie meisjes ter wereld. Alexander werd geboren in Amsterdam-Oost en heeft in de loop der jaren in veel verschillende woningen in de Vrolikstraat gewoond. Begin jaren twintig verhuisde hij met zijn ouders en zusje Margaretha voor enkele jaren naar Sittard. Vader Simon werkte daar als groenteventer. In die stad werden zijn zusjes Sara en Elisabeth geboren.

In januari 1926 keerde het gezin terug naar Amsterdam. Alexander was toen bijna 10 jaar. Hij maakte zijn lagere school af en ging daarna werken. In 1934 kreeg hij tegelijkertijd met zijn vader een ventvergunning. Ze verkochten dezelfde waar in dezelfde wijken: aanvankelijk bloemen, daarna korte tijd aardappelen, groenten en fruit, om het later weer met bloemen en planten te proberen.

In die periode ontmoette Alexander zijn toekomstige vrouw Betje Heide. Hun verbintenis had wat voeten in de aarde, omdat de vader van Betje niet blij was met zijn schoonzoon. Hij schreef een ‘klikbrief’ aan de Steun waarin stond dat Alexander verslaafd was aan gokken, biljarten en ‘uitgaan met andere vrouwen’. Hij zou met zijn vader in oude metalen handelen. Ondanks die tegenstand traden Alexander en Betje in april 1938 het huwelijk. Aanvankelijk bleven ze in Amsterdam-Oost wonen, maar in oktober van dat jaar verhuisden ze naar het centrum, naar de oude Jodenbuurt. Een jaar na de bruiloft werd in de Lange Houtstraat zoontje Simon geboren. De jonge ouders hadden gebrek aan alles en kregen van het Genootschap voor Behoeftige Israëlietische Kraamvrouwen uit de Rapenburgerstraat extra steun. Het jongetje werd helaas niet ouder dan vier weken. Een jaar later, in maart 1940, kwam dochtertje Esther ter wereld. Alexander vervulde op dat moment zijn militaire dienstplicht in Overasselt. Begin augustus van dat jaar betrok het jonge gezin een woning in de hen zo bekende Vrolikstraat in
Amsterdam-Oost. Nadat Alexander uit dienst was ontslagen, richtte hij besteldienst ‘De Waag’ op.

Tijdens de razzia van zaterdag 22 februari 1941 bevond Alexander zich in of vlakbij de Jodenbuurt. Via kamp Schoorl kwam hij in Buchenwald en later in Mauthausen terecht. In dat laatste kamp werd hij op 27 augustus 1941,
25 jaar oud, 'auf der Flucht erschossen'.

Opvallend is dat naast documenten uit Buchenwald die betrekking hebben op Alexander ook papieren uit Mauthausen bewaard zijn gebleven. In juni 1942 vroeg een familielid of een kennis die naar Zwitserland had weten te ontkomen, een zekere Ad. Keel-Borgers, bij het Internationale Rode Kruis om inlichtingen over Alexander. Die aanvraag belandde bij het Duitse Rode Kruis en bereikte op die manier de autoriteiten in ‘Mouthausen’. Op het herhaalde verzoek om informatie kwam geen antwoord. Alexander was toen al bijna een jaar dood.

Alexanders vrouw Betje was toen haar man werd weggevoerd zes maanden in verwachting van hun tweede kind. Op 5 mei verhuisde zij samen met dochtertje Esther naar de Moddermolensteeg, waar het gezin van haar oom Mozes Franken woonde. Op 20 mei 1941 beviel zij daar van een tweede dochter, Sonja. Vermoedelijk heeft Betje haar echtgenoot hiervan op de hoogte kunnen stellen. Om in haar levensonderhoud te voorzien, zette zij samen met haar vader de besteldienst van Alexander voort. Betje en haar dochters zouden de oorlog niet overleven. Zij werden op 9 april 1943 in Sobibor vermoord. Ook de ouders en de drie zussen van Alexander werden omgebracht.

Verzoek van het Duitse Rode Kruis aan de commandant van Mauthausen om inlichtingen over Alexander de Vries, 3 augustus 1942.
Op het herhaalde verzoek om informatie kwam geen antwoord. Alexander was op dat moment al bijna een jaar dood.
Arolsen Archives
Historisch onderzoek en geschreven door Wally de Lang