Alida Speelman, echtgenote van Jacob Speijer, was geboren op 1 Juni 1911 in Antwerpen als dochter van Isaac Speelman en Esther van West. Het huwelijk met Jacob Speijer, wat in Amsterdam werd gesloten op 13 Juni 1934, werd echter 24 November 1941 in Amsterdam door echtscheiding ontbonden.
In hun toenmalige woonplaats Hilversum ware inmiddels twee zonen geboren: op 26 November 1934 Isaäc Bob en op 3 December 1935 Robert Sem. Het gezin verhuisde op 7 November 1936 naar de Waverstraat 95 huis in Amsterdam.
Nog voordat de echtscheiding formeel was geregistreerd, vertrok Alida met haar jongste zoon Robert Sem op 15 Januari 1941 naar Den Haag, waar zij kwamen te wonen op de Marktweg 68, gelegen net achter de Hoefkade. Jacob Speijer bleef met zijn oudste zoon Isaäc Bob in Amsterdam wonen op de adressen Daniel Willinkplein 36 en in de Topaasstraat 18 1e etage.
Uit de gegevens van de registratiekaarten van de Joodse Raad van Jacob Speijer en zijn zoon Isaäc Bob is gebleken dat beiden op 19 Mei 1944 werden opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij werden ingesloten in de strafbarak 67. Op 24 Mei werden zij overgeplaatst: Jacob naar barak 85, waar óók personen werden vastgehouden die op de lijst “Barneveld” geplaatst waren. De negenjarige Isaäc Bob ging naar barak 35, die bekend stond als het “weeshuis”.
Jacob Speijer en zijn zoon Isaäc Bob werden op 4 September 1944 op transport gesteld naar Theresienstadt, van waar zij op 5 Februari 1945 via een “gevangenenruil” in Caux in Zwitserland terechtkwamen en daardoor de Holocaust hebben overleefd.
Alida Speelman's beroep was diamantsnijder. Op 6 Augustus 1928 was zij toegelaten als leerling-brilliantsnijder bij de ANDB en leerde het vak in het atelier van Mevr. L. Voorzanger-Roodvelt in de Jan Steenstraat in Amsterdam. Echter doordat Mevr. Voorzanger-Roodvelt tussentijds naar Zuid-Afrika vertrok, was zij niet in de gelegenheid de leerling Alida Speelman het snijden te leren. In April 1929 kreeg Alida toen Hfl. 50,-- terugbetaald. Nadien was zij werkzaam en in de leer bij M. Bosboom bij de fa. Boas.
Alida en haar zoon Robert Sem werden vanuit hun woonplaats Den Haag op 16 Januari 1943 afgevoerd naar Westerbork. Vandaar werden zij op 20 Februari 1943 doorgestuurd naar het nog in aanbouw zijnde concentratiekamp Vught.
Alida Speelman en Robert Sem Speijer verbleven in Vught tot 2 Juli 1943. Daarna werden zij weer teruggestuurd naar kamp Westerbork, waar zij toen ondergebracht werden in barak 65. Op 6 Juli zijn beiden op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst op 9 Juli 1943 direct in de gaskamers werden vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Isaac Speelman, archiefkaarten van Jacob Speijer en Alida Speelman; het archief van de Joodsche Raad, registratiekaarten van Alida Speelman, Jacob Speijer, Robert Sem Speijer en Isaac Bob Speijer; lidmaatschapskaart ANDB van Alida Speelman; website ITS Arolson, kampkaarten Vught van Alida Speelman en Robert Sem Speijer en de wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.