Complete verhaal zie: https://www.stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_sophia_van_den_bergh.html
* Overzicht familie Van den Bergh
* Overzicht familie Kalf
* Overzicht familie Van Dijk
Voor Sophia van den Berg was Dordrecht het begin van alles. Sophia is de enige die afwijkt.
Alleen zij is in Dordrecht geboren. Al haar zussen en broers, vijf in totaal, zagen het levenslicht in Oss of Amsterdam.
Sophia’s ouders, Heijman en Jetta van den Bergh, zijn ook niet bar lang in Dordrecht gebleven: vijftien maanden. Daarna gingen ze terug naar vanwaar ze gekomen waren, Oss. Later werd Amsterdam hun woonstad, en daar zijn ze uiteindelijk ook overleden. Dordrecht heeft in de levens van hen en hun kinderen geen enkele rol meer gespeeld.
Desondanks: wie eenmaal in Dordrecht is geboren, blijft er geboren. Om die reden staat Sophia’s naam dan ook op deze Stolpersteine-website, op Lijst 2. Deze lange lijst vermeldt al die tientallen geboortige, joodse Dordtenaren die in de Tweede Wereldoorlog in een andere gemeente zijn opgepakt en later vermoord. Twee zinnen zijn op die lijst maar aan Sophia gewijd – dat ze getrouwd was met Hijman Kalf en in Amsterdam woonde aan de Eemsstraat 64 huis. Meer niet.
Af en toe wordt echter op deze website nadrukkelijk gezocht naar ex-Dordtse joden die door verhuizingen in de mist van de geschiedenis zijn verdwenen. Met de bedoeling om ze − zeven decennia na hun gewelddadig beëindigde, afgebroken leven − terug te halen in de herinnering. Wie waren ze, wat is er rondom hen gebeurd?
Dit is weer zo’n aflevering − over Sophia van den Bergh, voor wie Dordrecht het begin van alles was.
Fabrikant
Heijman van den Berg is op 5 november 1837 geboren in Lith, een dorp aan Maas, vlakbij Oss. Zijn echtgenote daarentegen kwam uit een grote stad, Utrecht. Jetta Salomons werd er geboren op 1 juli 1831. Zij was zeven jaar ouder dan hij, 33 tegen 26, toen zij trouwden, in Amsterdam, op 20 april 1865. Heijman was fabrikant en net als Jetta joods.
Hun gezamenlijke leven kenmerkte zich meteen door verhuizingen, en zou dat blijven doen. Ongetwijfeld had dat te maken met het beroep van Heijman, die van fabrikant commissionair werd. Hun eerste kind bijvoorbeeld, Elisabeth, werd op 16 juni 1866 niet in Amsterdam, maar in Oss geboren. Het tweede kind was Sophia, die weer ter wereld kwam in Dordrecht.
Dat gebeurde volgens de geboorteakte “in het Huis geteekend Letter D no. 218 aan de Prinsenstraat des voormiddag ten acht uren”. Tegenwoordig is dit in de nog altijd enigszins voorname Prinsenstraat nummer 14-16. De geboorte kwam uiteraard in de krant te staan, in de editie van 27 juli van de Dordrechtsche Courant. Persoonlijke gegevens, van geboorte, overlijden, huwelijk en verhuizingen, kwamen toen nog onverkort in de openbaarheid.
Op 13 april 1867 was het kleine gezin in Dordrecht neergestreken. En op 30 juli 1868 verliet het de stad alweer, met een nieuwe baby. Waarheen ze nu waren vertrokken? Oss.
In Oss verscheen het derde kind, Daniël, op 30 april 1869. Maar daarna was Oss voorbij. De Van den Berghs trokken naar Amsterdam, en zouden daar voorgoed blijven. De geboorten van navolgende kinderen getuigen ervan: Mietje (11 november 1871), Antoinette (4 januari 1873) en Simon (18 oktober 1874) – zij allen zijn Amsterdammers. En hun partners zouden dat in de meeste gevallen ook zijn.
Trouwen
De ‘Dordtse’ Sophia was evenwel ook in dat opzicht een uitzondering. Haar echtgenoot, Hijman Kalf (5 augustus 1875), kwam uit Kampen. Sophia was inmiddels diamantkloofster geworden, Hijman was boterverkoper en handelsreiziger. Ze waren al dertigers toen zij elkaar in Amsterdam, op 20 juni 1907, het ja-woord gaven: Sophia was 39, haar man 31.
Sophia was niet eerste van de familie Van den Bergh die trouwde. Haar oudere zus Elisabeth was haar voorgegaan. Zij huwde, ook in Amsterdam, op 8 oktober 1896 de diamantslijper Salomon Davids. Ze waren van gelijke leeftijd: dertig. Nóg eerder was haar jongere broer Daniël in Amsterdam getrouwd, op 24 mei 1894. Hij was onderwijzer en 25; zijn bruid heette Rebecca van Abbe (Amsterdam, 4 maart 1865) en was 29 jaar oud.
Ook Sophia’s jongere zus Antoinette en jongste broer Simon waren al met hun huwelijksleven begonnen. Wie wanneer partner van wie werd en hoe die levens verliepen, staat in een gedetailleerd overzicht dat van de betrokken families is samengesteld, zie via deze link.
Terwijl de kinderen van Heijman en Jetta een voor een verliefd werden en gezinnen stichtten, werden de ouders intussen zelf ouder en ouder: de cirkelgang van het leven. Jetta stierf als eerste, op 4 februari 1910, op 78-jarige leeftijd, in Amsterdam. Haar man volgde acht jaar later. Hij overleed als 80-jarige op 6 oktober 1918. Beiden werden zij begraven in Muiderberg, met ongeveer 45.000 mensen de grootste en tevens oudste joodse begraafplaats van Nederland.
Echtscheiding
Eén kind kregen Sophia en Hijman. Dat was Keetje, op 31 mei 1910 in Amsterdam.
Zij ontwikkelde zich tot apothekersassistente en trad op haar beurt − midden in de oorlog op 25 maart 1942 in haar woonplaats Amsterdam − in het huwelijk met de handelsreiziger in textiel en latere fabrikant van chemische producten Philip van Dijk. Haar echtgenoot, geboren in Tiel op 24 juni 1907, was al eens getrouwd geweest – vanaf 12 juni 1929 in het Belgische Schaerbeek met Juliëtte Celine Anholt (Amsterdam, 7 april 1905). Maar dat was per 3 februari 1938 in Den Haag uitgelopen op een echtscheiding. Voordien was er al wel een kind geboren uit deze verbroken relatie: Emma Céline, in 1930.
De hertrouwde Philip woonde al vanaf 25 februari 1939 in de Eemsstraat, op nummer 64 huis. Op datzelfde adres kwam ook Keetje te wonen, én nadien ook haar ouders, Hijman Kalf en Sophia van den Bergh. Het zou hun laatste, normale woonadres zijn.
Barak
Philip werd opgepakt en naar Kamp Vught vervoerd, waar hij aankwam op 5 maart 1943. Vier maanden later vergasten de nazi’s hem in Sobibor, op 16 juli, 36 jaar oud.
Zijn vrouw Keetje was al veel eerder vermoord, in Auschwitz, op 26 januari 1943, 32 jaar oud. In het Arolsen-archief van nazi-slachtoffers in Bad Arolsen zijn verschillende Joodsche-Raadkaarten van haar opgeslagen. Ze staan hiernaast en hieronder afgebeeld.
Het blijkt dat Keetje op 21 januari 1943 in Kamp Westerbork aankwam en de volgende dag in Barak 55 belandde. Haar man Philip verbleef op dat moment in de Valeriuskliniek in Amsterdam. Omdat Keetje apothekersassistente is, wordt op de 22ste beslist dat zij in het kamp te werk wordt gesteld. Maar daar komt niets van. Al de volgende dag gaat Keetje op transport. Op een andere kaart staat bij de 24ste februari: “Vertrokken 23/1; berichten aan P. van Dijk Valeriuskliniek.” Twee dagen later is het leven van Keetje al afgelopen.
Of zij elkaar in Westerbork nog zijn tegengekomen, is niet te zeggen. Maar Keetje’s ouders, Hijman en Sophia, zijn eveneens op de 26ste januari 1943 in Auschwitz vermoord, hij is 67 geworden, zij 75. Hebben ze elkaar daar nog gezien?
Sophia, de voormalige Dordtse, was een dag eerder dan haar dochter in Westerbork afgeleverd, op 20 januari 1943. Op haar kaart staat dat er sprake was van “ziekentransport”. Zo’n notitie wordt ook vermeld bij haar schoonzoon Hijman. Of dat transport op weg haar Westerbork was of op weg naar Polen, is onbekend.
Overlevende
En Sophia’s broers en zussen?
Het familie-overzicht laat zien dat de jodenvervolging voor hen al even dramatisch en dodelijk afliep.
Oudste zus Elisabeth, die weduwe was sinds haar man Salomon Davids in januari 1939 (72) stierf, is omgebracht in Auschwitz, op 26 februari 1943 (76).
Broer Daniel stierf in Amsterdam in de oorlog, op 25 november 1940 (71). Zijn vrouw Rebecca van Abbe eindigde in Auschwitz, op 9 februari 1943 (77).
Dit is Rebecca van Abbe, de vrouw van Daniel van den Bergh. Haar man overleed in Amsterdam, zij in Auschwitz.
Foto Website ‘Joods Monument’
Zus Antoinette en haar man Casper Lijzervan Gelder: tegelijk vermoord in Sobibor, op 9 april 1943 (70 en 70), samen met hun dochter Henriëtte (36) en de twee kinderen van Henriëtte, Asser en Casper. Alleen hun zoon Lion bleef in leven, tot juli 1994.
Nog een overlevende is Sophia’s jongste broer Simon. Die doorstond de Holocaust en wist 87 jaar oud te worden, in december 1961.
De enige zus die net voor de oorlog al was heengegaan, was Mietje. Zij stierf op 9 januari 1940 in Amsterdam, 69 jaar oud.
Details over deze mensen staan in het overzicht. Daar is ook na te lezen hoe het met de andere leden van de families Van Dijk, Van den Bergh en Kalf is afgelopen.
Om triest af te sluiten met de geboortige Dordtse Sophia: van het gezin waaruit zij voortkwam én van het gezin dat zij stichtte, is niemand meer over. Alle sporen zijn gewist.