Benjamin Bierman
Amsterdam 04.10.1920 - Buchenwald 10.04.1941
Blasiusstraat 19 hs
perser
Benjamin werd geboren als vierde kind in het gezin van Hartog Bierman en Marianne Witjas. Na hem zouden nog drie kinderen volgen. Een van hen, Abraham, overleed toen hij 1,5 jaar oud was. De overige kinderen groeiden op in de Blasiusstraat 19, waar vader Hartog een eigen schoenmakerij had. Hartog en Marianne stimuleerden hun zoons om na de lagere school een vervolgopleiding te doen. Niet bekend is naar welke school Benjamin ging, maar na zes jaar lager onderwijs en vier jaar vakschool werd hij kledingperser en droeg op die manier bij aan het gezinsinkomen. Zijn broer Joseph deed tweeënhalf jaar mulo en een eenjarige cursus Nederlands, Engels en Frans.
Benjamin was vrijgezel toen hij tijdens de razzia op zaterdag
22 februari 1941 werd opgepakt. Samen met honderden andere Joodse jonge mannen werd hij in open vrachtwagens naar kamp Schoorl overgebracht en op 27 februari gedeporteerd naar Buchenwald. Daar overleed hij op 10 april 1941 op 20-jarige leeftijd. In het overlijdensbericht dat zijn ouders ontvingen, werd vermeld dat ʻVersagen des Herzens bei Bronchopneumonie und Pleuritis linksʼ de ʻofficiëleʼ doodsoorzaak was. De urn met as van Benjamin werd naar Amsterdam gestuurd en op 17 juli bijgezet op de Joodse begraafplaats in Diemen. In mei 1948 kreeg Benjamin een grafsteen bij het monument op de Joodse begraafplaats in Muiderberg.
De ouders, een broer en drie zussen van Benjamin werden in vernietigingskampen van de naziʼs vermoord. Zijn oudere zus Sara was daags voor de razzia naar Oostzaan vertrokken, waar ze trouwde met de Poolse vluchteling Isaak Streim. Zij en hun dochtertje doken onder en overleefden de oorlog, net als het dochtertje van Benjamins zus Elisabeth (Lien).
Interne kampmededeling dat Benjamin Bierman is overleden als gevolg van hartfalen door pleuritis. De doodsoorzaak is gefingeerd. Arolsen Archives