Salomon Verdooner (roepnaam Sal) werd geboren in het grote, arme gezin van Isaac Verdooner en Rebecca Wertheim. Vader Isaac was handelaar in tweedehands goederen en had moeite zijn grote gezin te voeden. De Joden Houttuinen, een armeluisstraat vol pakhuizen en verkrotte woningen, was decennialang hun thuishaven. Ook Salomon werd daar in 1913 geboren. Vlak na zijn veertiende verjaardag overleed zijn moeder Rebecca. Vader Isaac bleef achter met zes kinderen in de leeftijd tussen 8 en 20 jaar. Na tweeënhalf jaar hertrouwde hij met Leena Kampion, die als stiefmoeder de zorg voor de jongere kinderen op zich nam. Sal ging kort daarna bij het gezin van zijn zus Hendrika en later bij zus Kaatje inwonen.
Eind jaren dertig, begin jaren veertig ontmoette Sal de niet-Joodse Cornelia Maas. Tijdens de razzia van zaterdag 22 februari 1941 werd Sal opgepakt. Sal's echtgenote Cornelia was toen zwanger en op 8 juli 1941 werd een dochtertje geboren. Cornelia noemde haar Rebecca, naar Sal's overleden moeder. Rebecca Verdooner overleed op 9 oktober 1942 in Amsterdam, slechts vijftien maanden oud.
Salomon Verdooner was niet de enige die bij de februari razzia's werd opgepakt. Van het gezin Verdooner en hun schoonfamilie waren tijdens de razzia’s zeven jongemannen weggevoerd. Met honderden andere Joodse jonge mannen werden zij naar kamp Schoorl overgebracht en van daaruit, op 27 februari, naar Buchenwald.