Rita Bloch was de dochter van Abraham Bloch en Francine Wolf. Rita werd geboren op 11 september 1914 in Amsterdam.
Haar broer Iwan Gerhard was een jaar eerder geboren op 16 mei 1913 in Sint-Gillis (Brussel).
De familie woonde afwisselend in Nederland en in België. Abraham leidde de verkoop van het filiaal van I.G. Bloch & Gebr. Stibbe op de Rue d’Angleterre 35 in Brussel.
Na een langdurige ziekte overleed Abraham op 21 februari 1921. Hij werd 36 jaar.
De familie bleef in Brussel wonen en Rita ging daar studeren aan de universiteit.
Op 6 december 1939 trouwde ze met de veel oudere Albert Arnould en zij gingen wonen op Avenue du Parc 57 in Sint-Gillis. Rita ging werken bij de Société Financière Belge-Canandienne, tot het gehele personeel in mei 1940 ontslag kreeg. Op 6 juni 1941 overleed Robert Arnoud in het St. Pierre hospitaal te Brussel.
Tijdens haar studie aan de universiteit had Rita de Belg Isodor Springer leren kennen en die introduceerde haar in de verzetsbeweging Die Rote Kapelle (Het Rode Orkest).
Die Rote Kapelle ontstond in kringen van Noord-Duitse kunstenaars en intellectuelen en kreeg steun vanuit de Sovjet-Unie. Het werd een van de belangrijkste spionagenetwerken en verzetsgroepen tegen nazi-Duitsland en was verspreid over het gehele bezette gebied in Europa. Men probeerde met behulp van radiozenders belangrijke informatie door te geven aan de geallieerden.
Een dergelijk netwerk van zenders werd door de nazi’s een Kapelle genoemd. De zender werd beschouwd als een klavier vanwege het tikken van de morsesleutel en de marconist was de pianist. In België had men drie zenders, in Etterbeek, Ukkel en Molenbeek.
Rita (codenaam Julia, Juliette) was agent van de Belgische afdeling van Die Rote Kapelle. Ze gaf onderdak in haar woning op de Rue des Atrébates 101 in Etterbeek en was tevens koerierster.
In de nacht van 13 december 1941 viel de Duitse contraspionagedienst het huis binnen en arresteerde Rita, de sovjet-agent en marconist Anton Danilov (codenaam Albert Desmet) en codeerster Sophie Posnanska (codenaam Anna Verlingen). Rita kwam terecht in de Kriegswehrmachtgefängnis Sint-Gillis.
Op 19 april 1943 werd Rita door het Feldgericht z.V.B.d. Luftwaffe in Berlin-Steglitz (Aktenzeichen AKStL 52/43) wegens spionage ter dood veroordeeld. Nog dezelfde dag werd zij opgesloten in de Moabit-gevangenis in Berlijn met gevangenenummer 164/43.
Op 19 augustus 1943 werd ze verplaatst naar de vrouwengevangenis op de Barnimstraße 10 in Berlijn (onder nummer 2911/43), dit was een tussenstation voor de executie. De volgende dag werd ze om 12.00 uur overgebracht naar de Plötzensee-gevangenis waar ze nog dezelfde dag zou worden terechtgesteld.
Geschreven door Jan Biekens