Verhaal

Verhaal bij Stolpersteine gezin Samuel Hes

De woorden die ik sprak bij het leggen van de vier Stolpersteine

Door: Paula Polak

Hier, op deze plek (Nic. Maesstraat 63), raken onze voetstappen die van Samuel, Kaatje, Esther en Judith. Net zoals wij hier zijn komen aanlopen, hebben zij dat ook gedaan. Ons samenzijn vandaag, ruim 80 jaar later, verbindt ons met hen.

Samen met onze ouders kwamen Ronald, Yonne en ik bij Roos en Fons. Maar dat onze overgrootouders en oudtantes ook in dit huis hadden geleefd en van hieruit verdwenen, daarover hoorden wij niet. En daarom wisten wij ook niet dat onze oma en haar broers Juda, Joseph (of Joop zoals hij genoemd werd) en Maurits hier vaak gelopen moeten hebben als zij hun ouders en zussen bezochten. Vanzelfsprekend kwam mijn vader hier bij zijn grootouders en tantes en zag daar natuurlijk ook zijn neven Sam en Marcus en nichtjes Heintje, Kitty, Jetty en Vonnie. Maar dat realiseerde ik me pas nadat Vonnie mij familiegebeurtenissen vertelde van lang geleden. Door die verhalen komen ze tot leven en heel dichtbij.

Kleindochter en nicht Yvonne Hes is de enige van ons die herinneringen heeft aan Samuel en Kaatje en aan Esther en Judith. Von wat is het fijn dat jij en Kees hier bij kunnen zijn. En dat jij je herinneringen met mij deelde. Het kan bijna niet anders dan dat het hier een ontmoetingsplaats is geweest van de Hes leden. En nu treffen wij, de nazaten van Samuel en Kaatje, elkaar op dezelfde oude verzamelplaats opnieuw. Net zoals onze voorouders dat eens deden.

Ik denk dat de meesten van jullie wel weten dat Samuel fruithandelaar was. Maar wat een verrassing om dan in het Westfries Archief documenten uit 1916 te zien waar de fa. Maase uit Schellinkhout heeft genoteerd: Op 8 november fruit verkocht aan S. Hes te Amsterdam. Verzonden op 9 november voor een totaalbedrag van hfl 85,16 met de melding ‘voldaan’. 
Esther was costumière en had, heel modern, haar atelier op de Nic. Maesstraat. Dat was praktisch omdat ze ook mantelzorger voor haar ouders was. Wanneer Maurits, Lidy en Vonnie korte uitstapjes maakten, ging Esther vaak mee. En Von is, zo vertelde zij mij, naar haar tante Esther vernoemd: Yvonne Esther.
Judith bleek talenten te hebben als actrice. Omdat Von mij dat vertelde, kon ik gericht gaan zoeken en vond ik mooie foto’s en recensies. Judith, een vrouw met mooi lang zwart haar zo herinnert Von zich haar tante. Op de stoep van het laatste woonadres van Saartje Neeter-Ensel, zij is een zus van overgrootmoeder Kaatje ligt een Struikelsteen. Ik was benieuwd wie de aanvrager was en dat vond ik op de site ‘Goudsmetaheerhuis’ (een Metaheerhuis –Beet Tahara, Huis der Reiniging, is een gebouw waar je naar toe gebracht wordt als je als Jood komt te overlijden. Daar word je, onder het uitspreken van gebeden, ritueel gewassen, aangekleed en in de kist gelegd).
In Gouda is Soesja Citroen initiatiefnemer en coördinator bij de aanpak en plaatsing van Stolpersteine. Voor elk van de 389 vermoorde Goudse Joden is op de stoep van het huis waar zij hebben gewoond een Stolpersteine geplaatst. En op diezelfde site vond ik het gedicht Stolpersteine van Klara Smeets, een van de stadsdichters van Gouda. Dat wil ik voordragen omdat het een heel mooi gedicht is en omdat die familieverbindingen mij ontroeren. Saartje, de zus van overgrootmoeder Kaatje. Saartje waar onze oma Betje veel mee optrok en op wie ze zeer gesteld was. En de bijzondere band die Vonnie en haar moeder hadden met de toenmalige verloofde van de vermoordde Maurice, een zoon van Saartje.

Voor ik afsluit met het gedicht wijs ik op iets opvallends. We zagen dat in de Struikelsteen van Maurits op het Leidseplein dezelfde datum is gegraveerd als die in de stenen van zijn ouders. Aan hun levens gaven Samuel, Kaatje en Maurits ieder een heel eigen invulling. Ook hun laatste levensdagen waren totaal verschillend. Maar aan hun bestaan kwam op exact dezelfde dag een einde.

Stolpersteine van Klara Smeets

op de plek waar deze steen spreekt
krijgt een mens zijn wezen terug
uit de letters van zijn naam
herrijzen stofloos stil zijn benen
armen, handen, zijn gelaat
alsof hij hier ineens weer staat
alsof hij na te zijn verdreven
eindelijk terugkeert naar de plaats
waar zijn alles achterbleef
zonder het te weten
en tenslotte deed een nieuwe tijd
zijn bestaan vergeten
tot vandaag hem bij ons terugbrengt
een mens die moest verdwijnen
verschijnt in dit herdenken

maart 2024,
Paula Fagorson-Polak