Verhaal

Harri Elkan Wolff

Door: J.G.Kleinen

Op hetzelfde adres als Georg-August Rosenberg en zijn gezin, Hacquartstraat 19, huurde vanaf juli 1940 Harri Elkan Wolff een kamer. Hij was notaris en advocaat van beroep. Hij was in 1940 via het Belgische Mersch naar Amsterdam gevlucht. Zijn kinderloze huwelijk met de Berlijnse Elisabeth Ledermann was in 1935 op de klippen gelopen. De in 1881 in het Duitse Gera geboren liberaal-Joodse Wolff was geen onbekende in Nederland. In 1929 was hij nog (mede)redacteur en uitgever van het gezaghebbende Handbuch der internationalen Rechtsverfolgung, dat ook in Nederlandse vakkringen werd gelezen. Tijdens de oorlog ging Wolff werken voor de Joodse Raad als medewerker van de afdeling ‘Hulp aan vertrekkenden’(HaV). Met de afdelingen Emigratie en de Centrale Voorlichtingsdienst gevestigd aan de Lijnbaansgracht 366 zat Wolff in het administratieve hart van de Joodse Raad. Hij werkte vermoedelijk nauw samen met Gertrude van Tijn, de ziel van de organisatie voor hulp aan Duitse vluchtelingen. De ingevulde emigratieformulieren werden er uitgetypt en gecontroleerd (zie o.m. Schütz 2018: hoofdstuk 13). Wolff probeerde ook voor zichzelf een exodus uit Nederland te regelen. Uit de aantekeningen op zijn registratiekaart van de Joodse Raad blijkt dat hij daarmee heel ver was gevorderd zoals het verkrijgen van een zgn. Sperre in de vorm van het 120.000 stempel voor de bestuursleden van de Joodse Raad en andere geprivilegieerden. Wanhopig probeerde Wolff eind juli 1943 vanuit Westerbork nog zaken te regelen. Op 31 juli 1943, vroeg hij zijn vriend en huisgenoot Georg-August Rosenberg om een aantal documenten en zaken, waaronder twee exemplaren van zijn handboek, naar Westerbork te sturen. Die bereikten hem nog, ofschoon zijn militaire eretekenen uit de Eerste Wereldoorlog verdwenen waren. De sper ‘platzte’. Op 26 oktober 1943 meldde de gemeente Amsterdam Wolff's 'vertrek naar Duitsland'. Op 15 februari 1944 volgde deportatie naar Bergen-Belsen. Opsporing via het Rode Kruis en de Amerikaanse bezettingsmacht van 1945 tot 1947 hadden geen resultaat. Hij werd op 14 november 1944 als 'overleden' verklaard. 

Op woensdag 25 mei 2024 werd een Stolperstein/Struikelsteen geplaatst voor het adres Hacquartstraat 19 in Amsterdam.