De Rotterdamse dassenfabrikant Chil Majer Bialer woont met zijn vrouw en dochter Hani in Rotterdam. Een andere dochter woont in het buitenland.
Bij het bombardement van 14 mei 1940 wordt hun huis verwoest, waarna ze nieuw onderdak vinden op het Ungerplein.
Chil Majer Bialer, die dan al een functie bij de Joodse Raad heeft, brengt in de zomer van 1942 een vriend die voor Westerbork is opgeroepen we…