Addition

Arnold Weijel was ondergedoken in Zacharias Jansestraat 32, Amsterdam

Deze bijdrage is toegevoegd via AndereAchterhuizen.nl, waar verhalen van Joodse onderduikers in kaart worden gebracht.

De volgende dag dook Arnold met zijn vader en moeder onder bij de familie Wouters, de bovenburen van hun buren. Ze werden opgenomen in het gezin, maar kwamen niet buiten en moesten zich de hele dag stil houden.

‘Ik heb me vanaf de eerste dag gezet aan een dagboek. Ik typte. En onze hulp, Marie die kwam steeds. Die bracht ‘Die Deutsche Zeitung in den Niederlanden’ mee. Ze werkte op de staf van de Luftwaffe bij de Overtoom en was de enige naast het verzet, die wist waar wij zaten.’

Een aantal zoons van de familie Wouters waren ondergedoken in de provincie. Zij werden gezocht voor de Arbeitseinsatz.  Op een avond werd huiszoeking gedaan. Het gezin Weijel verstopte zich in de ruimte tusseen het plafond en de suite-kasten. Ze hoorden de soldaten letterlijk over hun hoofd lopen. Later zag de familie Weijel hoe op een dag hoe hun huis werd leeggehaald.

‘Ik stond achter de gordijnen, ik keek omlaag want we zaten hoog.  En op de eerste verdieping werd mijn bed eruit gehaald, bureau van mijn broer, mijn bureau, linnenkast en antiekwerk, Pulsen heette dat.’

Toen er geen electriciteit meer was werd er met behulp van een fiets op een standaard en een dynamo een klein beetje licht gemaakt. Tijdens de hongerwinter kwam Marie iedere week met pannetjes eten waar zij als rijksduitse aan kon komen. Soms waren er zelfs biefstukken.

‘Na de bevrijding zijn we de trap afgekomen met zijn allen. De familie Wouters had de straat bij elkaar geroepen en toen kwamen wij naar beneden. Er stond een hele  groep nieuwsgierige mensen die enorm verbaasd waren dat wij daar naar buiten kwamen. Ook onze benedenburen,  die onze schilderijen hadden bewaard,  wisten niet dat wij daar de hele tijd ondergedoken zaten’