Arnold Cohen vertrok niet alleen, doch samen met zijn vriend Eduard von Baumhauer, student natuurkunde aan de Technische Hogeschool te Delft. Eduard was een oud-leerling van het Amsterdamse Barlaeus-gymnasium en een verzetsman van het eerste uur. Al vroeg na het begin van de bezetting roofde hij pistolen van Duitse militairen en stak olie-opslagplaatsen in brand. In zijn vriendenclub in het studentenhuis op de Oude Delft 12 in Delft zat o.a. Willem Pahud de Mortanges van de bekende sabotagegroep, die in mei 1943 zou worden gefusilleerd.
Arnold Cohen en Eduard von Baumhauer
bouwden een kano tot motorboot om. Door de maatregelen tegen de Joden na de februari-staking van 1941 waren ze echter genoodzaakt vroeger de zee op te gaan dan oorspronkelijk gepland, met alle gevolgen vandien.
Alhoewel het de avond van het vertrek op 25 februari 1941 windstil was, stak er
's nachts al spoedig een storm op die fataal werd. Beide jongens verdronken.
Het lichaam van Arnold Cohen zou nooit gevonden zijn - alhoewel onderstaande bronnen elkaar daarover tegenspreken, dat van Eduard von Baumhauer zou op 17 juni 1941 op het strand van Texel gevonden zijn door verzekeringsagent Otte Goenga.
Bron: J. Bruin en J. van der Werff, Vrijheid achter de horizon, Engelandvaart 1940-1945, 1998, pag. 25.
De Zwitserse weg, het levensverhaal van Jan van Borssum Buisman opgetekend, onder redactie van het verzetsmuseum Amsterdam, 2000, pag. 24-26.