Terwijl vader Jacob Philipson al opgepakt was, en zijn vrouw en vier van zijn kinderen in de onderduik nog niet gevonden, waren rechercheurs De Groot en Biesheuvel zijn dochtertje Sara Philipson ook op het spoor. Zij zat bij Piet van Egmond in Rijnsburg ondergedoken op het adres Dubbele Buurt 26. Op 17 januari 1944 arriveerden de agenten aldaar om Sara op te gaan pakken. Op dat moment waren de verzetsmensen Johannes en Marinus Post, en Jan Wildschut, lid van de knokploeg van Johannes Post, in het pand aanwezig. Wildschut pakte zijn pistool en schoot De Groot neer, zodat het kind kon ontsnappen. De Groot overleed kort daarna. De liquidatie van De Groot had geen gevolgen door adequaat optreden van de Leidse burgemeester G. Hermans, die op de hoogte was van de activiteiten van de gebroeders Post.
In 2010 is voor het huis van de familie Philipson aan de Van der Waalstraat 34 een “stolperstein“ gelegd, ter herinnering aan Jacob Philipson.
Bron: Alphons Siebelt, Gids voor Leiden in de Tweede Wereldoorlog, beschreven in 650 adressen, Leiden, 2011, pag. 14, 75, 90, 159, 161, 206.
Jan Wildschut overleed op 31 januari 1945 in concentratiekamp Leonberg, een buitenkamp van Natzweiler.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Wildschut
Johannes Post uit Nieuwlande (Drenthe) werd op 16 juli 1944 tesamen met 13 andere verzetsmensen in de duinen bij Overveen geëxecuteerd.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Post#Arrestatie_en_overlijden