Deze bijdrage is toegevoegd via AndereAchterhuizen.nl, waar verhalen van Joodse onderduikers in kaart worden gebracht.
Het leven van Manja de Vries Blik voor de onderduik
Ik ben geboren in Tuindorp Oostzaan , een klein dorp aan de overkant van het IJ, in Amsterdam Noord. Een rustig arbeidersdorp waarvan veel mensen werkten in de scheepsbouw. Mijn vader werkte bij de diamantfirma Asscher en moest toen het verboden was voor joden om gebruik te maken van het openbaar vervoer per fiets naar zijn werk. Op 1 maart 1943 ben ik geboren.
Mijn grootouders van moederskant de familie Dotsch hadden al in 1942 een oproep gehad om zich te melden, samen met hun 2 jongste dochtertjes Anna en Claartje 10 en 11 jaar oud. De jongste zoon van 14 jaar, Mozes, werd bij mijn ouders ondergebracht en zij ontfermden zich over hem de verdere oorlogsjaren. Voor mijn geboorte verbleef hij in de avond en nacht op een schuiladres ook in Tuindorp .
Mijn grootouders van vaderskant de familie Blik hadden begin 1943 een oproep en meldden zich in de Hollandse Schouwburg. De jongste dochter Esther was die dag gewoon naar haar werk in de Bijenkorf op het Damrak.
Esther is tijdens een razzia in Amsterdam opgepakt en per tram vervoerd naar de Eutherpestraat. Maar tijdens het rangeren van de wissels is ze uit de tram gesprongen en in een souterrain heeft ze zich schuil gehouden.
Is daar door goede burgers opgevangen en via de illigaliteit heeft ze kontakt met mijn ouders gezocht. Zo kwam zij dus ook bij mijn ouders te wonen.Om in de avond en nacht samen met mijn oom Mozes elders te slapen.
Op de 13e dag na mijn geboorte kwam de kinderarts Dr. Fideldydop bij ons thuis om mij goed na te kijken. Mijn ouders hadden hem in het geheim al verteld om te gaan onderduiken, maar eerst moest hij er zeker van zijn dat ik goed gezond was en dat ik samen met mijn ouders zou kunnen onderduiken.