Kaatje Benninga was een dochter van de Nederlandse sigarenhandelaar Simon Benninga en zijn Duitse vrouw Johanna Weinberg, die door haar huwelijk ook de Nederlandse nationaliteit verkreeg. In 1897 vestigde het echtpaar zich in Hamburg, waar ze in de Rappstrasse 22 kwamen te wonen. Hier werd op 8 juli 1898 hun enige dochter Kaatje geboren.
Kaatje studeerde medicijnen en werd op 7 augustus 1924 in het register van artsen opgenomen. Ze was lid van de orthodox-Joodse gemeente en woonde in Rothenburgsort. Hier had ze ook haar dokterspraktijk.
Wanneer haar vader stierf is niet geheel duidelijk. Haar moeder gaf in juni 1926 haar woning op en woonde tot haar emigratie naar Nederland in augustus 1938 op diverse adressen. Na aankomst in Nederland ging ze bij familie wonen.
Op 1 oktober 1938 moest Kaatje Benninga haar dokterspraktijk beëindigen. Ze werkte enige tijd als arts voor uitsluitend Joodse patiënten op het adres Grindelberg 7, maar maakte ondertussen plannen om ook naar Nederland te emigreren met medeneming van haar praktijkinrichting.
Op 21 januari 1939 reisde Kaatje Benninga haar moeder achterna en vestigde zich eveneens in Amsterdam.
Bron: http://www.stolpersteine-hamburg.de/index.php?MAIN_ID=7&BIO_ID=3589