Verhaal

Fritz Blau en zijn gezin

Periode: 1940-1942 in Maarssen (bij Utrecht)

Door: Toos de Wit

Deze geschiedenis is opgeschreven door Toos de Wit en Annette van Putten – de dochters van Tinie de Wit-Stooker – ter nagedachtenis aan Fritz, Minie en Dorie Blau. Dit is het verhaal zoals dat hun in 2011 is verteld door hun moeder, Tinie (toen 87 jaar), later aangevuld met feiten die bekend werden n.a.v. research.

Door: Redactie Joods Monument
Alle rechten voorbehouden

Voorgeschiedenis

In de dertiger jaren woonden Fritz Blau (geboren op 30 mei 1910 in Bielitz, Polen) en Mina Lisa Muntner (geboren op 9 maart 1914 in Czernowitz, Oekraine) in Wenen. Zij trouwden daar op 31 mei 1934. Door de opkomst van het nazisme vluchtten ze naar Zilina (Tsjechië), waarschijnlijk in juni 1938 ( dwz na de Anschluss in maart 1938) om van daaruit door te reizen naar Nederland. De exacte datum van hun aankomst in Nederland weten we niet. Zeker is dat Fritz en Minnie in Rotterdam hebben gewoond, waar hun dochter Magdalena Dora Lieselotte werd geboren op 4 december 1939. Op 14 mei 1940 maakten zij het zware bombardement op Rotterdam mee, waarna Nederland een dag later capituleerde en de Duitse bezetting een feit was. Op 30 juli 1940 schreven Fritz en Minnie een briefkaart aan dhr en mevr Berg in Shanghai (zie de fotokopie op Community), in een wanhopige poging om hun reis naar Amerika te kunnen bekostigen. Op 9 september 1940 dwongen de Duitsers de niet-Nederlandse Joden om de kuststreek te verlaten. De slag om Engeland was begonnen en de Duitsers verwachtten kennelijk dat de Joden de Engelsen hulp zouden gaan verlenen.

Maarssen

Ook Fritz en zijn gezin moesten Rotterdam dus noodgedwongen en halsoverkop verlaten. Maar waar moesten ze heen?? Mina (Minie) was in Rotterdam bevriend geraakt met een Nederlandse vrouw, Alie, die getrouwd was met de Joodse vioolbouwer Otto Blitz. Alie gaf Minie het adres van haar oom in Maarssen “Ga maar naar mijn ome Chris, die zal je zeker helpen!” had ze gezegd. En die oom Chris was Chris Stooker, de vader van Tinie, onze opa dus. Zo kwam het gezin Blau in Maarssen terecht, waarschijnlijk in het najaar van 1940.

Opeens stonden ze daar op Zandpad 7H (tegenwoordig Machinekade 4), met een grote, manshoge koffer bij zich. Ze stonden nog in de voortuin met Chris te praten toen zijn vrouw Jans en dochter Tinie thuiskwamen uit dorp. Jans was even bang dat ze Duitsers ingekwartierd zou krijgen, maar het bleken aardige mensen te zijn, een Joods echtpaar met hun dochtertje. Die vroegen ( overigens in het Nederlands) om hulp. Dat werd vanzelfsprekend geboden: Tinie ging met haar zus Toos op de zolder slapen, zodat Fritz (Fritzl) met Minie en Dorie hun slaapkamer konden gebruiken. Het huis van de familie Stooker was echter klein, er moest voor de langere termijn naar een andere oplossing worden gezocht. Daarom verhuisde de familie na een paar dagen naar de oudste dochter van Chris en Jans: Jas. Die was getrouwd met Jaap Dik (onderwijzer),woonde op de Diependaalsedijk en had een dochtertje in dezelfde leeftijd als Dorie: Jannie. Fritz en zijn gezin hebben er een of twee weken gelogeerd. Toen werd er andere woonruimte voor het gezin gevonden op het Zandpad. Dit was heel bijzonder, omdat op dit adres n.b. een NSB-er woonde. Deze man kon echter als het om kinderen ging geen onrecht aanzien en hij bood het gezin daarom onderdak aan. Na enige tijd is het gezin uiteindelijk verhuisd naar de Schippersgracht 13, waar de postbode woonde. Deze mensen gingen zelf beneden wonen en maakten zo hun bovenverdieping voor het gezin vrij.

Fritz en Minie wilden eigenlijk naar Zwitserland, maar dat lukte niet. Zo bleven ze in Maarssen wonen, settelden, maakten vrienden. Fritz vond een baantje bij een textielgroothandel in Utrecht. Hij bracht soms ondergoed – van een hele mooie kwaliteit- mee dat hij dan aan bekenden doorverkocht. Er was immers tijdens de oorlog weinig te krijgen! Het contact met de familie Stooker bleef. Fritz schaakte regelmatig met Chris. Ook met Minie en Dorie was er contact. Toen het voor Joden verboden was om te zwemmen, gingen ze samen stiekem een dagje roeien op de Plas, daar was het immers toch stil. En toen Jans onverwachts kindermutsjes in de winkel zag, kocht ze er ook eentje voor Dorie. In mei 1942 werd het dragen van de gele Jodenster verplicht en toen het na 30 juni voor Joden verboden was om bij niet-Joden in huis te komen, durfde Fritz niet meer bij de familie Stooker binnen te komen. Hij was bang dat hij hen in de problemen zou brengen. Chris zei nog: "Trek die ster er toch af" - maar dat durfde geen mens. Voor haar 18e verjaardag in juni 1942 kreeg Tiny van Fritz en Minie een klein bruin portemonneetje. Fritz verontschuldigde zich dat hij niets mooiers had kunnen vinden en beloofde haar na de oorlog iets mooiers te geven.

Het gezin was katholiek geworden om zo te proberen uit handen van de Duitsers te blijven. Maar het was niet genoeg: op zondag 2 augustus 1942 werden ze in opdracht van de Nazi’s – net als alle andere katholieke Joden- door een Maarssense politieagent bij het uitgaan van de kerk gearresteerd – het hele dorp sprak er schande van. De brugwachter, Evert Stok, was er getuige van. Het lukte hem in eerste instantie nog om Dorie uit handen van de politie te houden en nam haar mee naar zijn huis. Na drie uur werd de boel echter verraden en werd ook Dorie alsnog door de politie opgehaald.
Chris en Jans, die het nieuws pas ’s avonds hoorden, zijn de familie Blau nog achterna gereisd om te kijken of ze konden helpen of om hen tenminste gedag te zeggen: dat lukte niet meer. Ze waren naar Westerbork gebracht, alle drie, ze waren weg en ze zouden elkaar nooit meer terugzien.

Niemand wist wat er zou gebeuren, lang is er gewacht op hun terugkeer. Voor een meisje van 18 zoals Tinie bleek het onverteerbaar. Het portemonneetje van Fritz heeft zij al die jaren bewaard en tot op de dag van vandaag voelt zij het verdriet over wat deze mensen is aangedaan.

Op 7 augustus 1942 werden Fritz, Minie en Dorie naar Auschwitz gedeporteerd. Mina Lisa Blau-Muntner (28 jaar) en haar dochter Magdalena Dora Liselotte (2 jaar oud) zijn direct bij aankomst om het leven gebracht. Fritz Blau (32 jaar oud ) is eerst tewerkgesteld alvorens hij op 30 september 1942 eveneens in Auschwitz werd vermoord.

Stolpersteine

Ter nagedachtenis aan Fritz, Minie en Dorie Blau zijn er op 27 februari 2013 Stolpersteine geplaatst ter hoogte van Schippersgracht 13, Maarssen.

Zoektocht

Wij zijn een zoektocht gestart naar nabestaanden om hen dit verhaal te kunnen vertellen en om enkele persoonlijke bezittingen ( zoals foto’s) terug te kunnen geven. We hebben een oproep en foto’s geplaatst op http://www.communityjoodsmonument.nl/page/287738/nl
http://www.joodsmonument.nl/person/455264/nl

en ook bij Yad Vashem.

In januari 2013 hebben wij kontakt gekregen met achterneven en – nichten van moederskant van Fritz, de familie Kollek (Jerusalem). Wij hopen nog steeds ook andere familieleden op te kunnen sporen.

Indien iemand denkt ons verder te kunnen helpen of informatie heeft die toegevoegd kan worden op bovengenoemde sites kan er contact worden opgenomen via toosdewit@hetnet.nl

Toos de Wit en Annette van Putten

Alle rechten voorbehouden