In Juni 1943 is het echtpaar, waarschijnlijk door verraad, op hun onderduikadres Oldenzaalsestraat 403 gearresteerd. Een kind uit het gezin bij wie werd ondergedoken herinnert zich dat het politiecommando uit drie man bestond en dat één persoon in de auto bleef zitten. Het was een grote auto, wijnrood van kleur en glanzend gepoetst. Een ander kind uit het gezin waar werd ondergedoken liep nog naar de auto toe, maar werd door de claxon weggejaagd. De onderduikers, die normaal in de voorkamer van het huis leefden, waren naar de zolder gevlucht en onder een bed gekropen.
Eén van de politiemensen ging de zoldertrap op en kwam terug zonder iets te vinden. Een ander ging daarna kijken en kwam met het echtpaar naar beneden. Na geruime tijd in de kamer met de politie gepraat te hebben, kwamen ze naar buiten. Luise Portje in haar zwarte bontjas en haar zwarte vosje om haar nek en David Berg met een dikke, donkerblauwe of zwarte overjas.
Het echtpaar Berg pleegde op de dag van de arrestatie op het politiebureau van Hengelo zelfmoord.
Toevoeging van een bezoeker van de website
David Berg en Luise Portje zijn begraven op de joodse begraafplaats te Hengelo. Een foto van hun grafsteen is te zien op de website van de Oorlogsgravenstichting.
David Berg was eerder getrouwd geweest. Met zijn eerste echtgenote, Sophie Frankenhuis (1881-1929), kreeg hij vier kinderen. Hilda Berg was een van hen, net als Samson Samuel Berg en Rosa Berg.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van een of meer mensen in dit gezin hebben wij niet kunnen vaststellen of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben. Hun naam is niet teruggevonden op lijsten van overlevenden, maar wij hebben hen ook niet met zekerheid kunnen terugvinden in In Memoriam. Zij zijn in het monument als 'overlevend' aangeduid en hun naam is niet vermeld.
Van dit huishouden is ook een JOKOS-dossier (nummer 5580) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.