Verhaal

Gezin Hermine Merkelbach van Enkhuizen-Grünbaum

In 1920 komt Hermine (Herma) Grünbaum uit Oostenrijk naar Nederland. Haar drie dochters Edith, Thérèse (Resi) en Helene (Leni) volgen haar in de zomer van 1922. Op 19 augustus 1922 worden Herma en haar dochters gedoopt in de parochiekerk van St. Elisabeth in Rotterdam en treden ze toe tot de katholieke kerk. Korte tijd later trouwt Hermine met een Nederlander. Haar dochter Thérèse treedt in 1927 in het klooster van de zusters van het Heilig Hart te Moerdijk en ontvangt de kloosternaam Charitas. Edith wordt onderwijzeres in Rotterdam, en Helene wordt in dezelfde stad kantoorbediende.

Op zondag 2 augustus 1942 wordt eerst Thérèse opgepakt in het klooster in Moerdijk. Dezelfde dag treft haar moeder en zussen hetzelfde lot in Rotterdam. In kamp Amersfoort wordt het gezin weer herenigd.

Op deze zondag worden overal in Nederland katholieke joden weggevoerd, als represaille voor de protestbrief tegen de jodenvervolging die de Nederlandse bisschoppen aan Seys-Inquart hadden gestuurd, en eind juli 1942 verplicht hadden laten voorlezen in de katholieke kerken.

Op 4 augustus 1942 worden Hermine’s dochters naar Westerbork overgebracht. Ze blijft zelf achter in kamp Amersfoort, waar ze nog meerdere keren door haar man bezocht wordt. Later wordt ook Hermine naar Westerbork overgebracht, en van daaruit op transport gesteld naar Auschwitz.

R. M. W. Kempner, Twee uit honderdduizend: Anne Frank en Edith Stein (Bilthoven 1969).
Zuster Emerentia, Als een brandende toorts. Documentaire getuigenissen over dr. Edith Stein en medeslachtoffers (Steyl: Drukkerij Missiehuis, 1967)

Zie voor meer info ook de volgende website.