Wolf en Henriëtte Erszler-Spits waren ondergedoken in Delft in de Van der Mastenstraat 11. Zij zijn daar verraden door een lid van de Landwacht (hij werd op 13 maart 1945 bij zijn eigen huis geliquideerd).
Op 5 januari 1943 is het echtpaar Erszler overgebracht naar de Strafgevangenis Scheveningen.
M.M. van Lunteren-Spanjaard; J. Wijnberg-Stroz, Blijvers en Voorbijgangers. Joden in Delft 1850-1960. (Kampen 1998), 180-181
De Commissaris van Politie van Delft verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Wolf Wilhelm Erszler, van beroep technicus, en van zijn vrouw Henriëtte Erszler-Spits. Zij waren woonachtig in Delft Ze werden er van verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 44, 5 november 1942, 1235, bericht 2626
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 5024) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 3163/19879).