Verhaal

Gezin Meijer Kats

Het Drentse Meppen maakte in 1941 deel uit van de gemeente Zweeloo dat 2.222 inwoners telde. In Meppen woonden twee joden, Meijer Kats en zijn ongehuwde zuster Rosetta. Ze hadden een winkeltje in garen en band aan huis. Hun waren stalden ze uit op de planken in de woonkeuken. Meijer trok er met de hondenkar op uit om zijn waren uit te venten. Hij handelde ook in lompen en huiden. Rosetta zorgde voor de winkel en voor het huishouden.

Meijer had muziek als hobby. Dorpsgenoten konden hem ‘s zomers op Sjabbesmiddag voor de deur op zijn accordeon horen spelen. Meijer en Rosetta waren lid van de Joodse Gemeente in Emmen. Op 9 maart 1943 zijn zij door een marechaussee opgehaald en in een motor met zijspan naar Westerbork gebracht. Vandaar zijn ze naar Sobibor gedeporteerd.
H. Hamburger en J.C. Regtien, Joodse oorlogsmonumenten in de provincie Drenthe. Profiel (Bedum 1999) 23