Max Gompes en Kaatje Schoonhoed probeerden in hun woonplaats Arnhem onder te duiken, maar vonden niemand van hun bekenden bereid hen op te nemen. Een straatmuzikant bood hen uiteindelijk een slaapplaats aan, maar er waren geen voorzieningen om daar te blijven. Ze logeerden tegen hoge prijzen in pensions en raakten in de loop van de dagen hun bagage kwijt. Uiteindelijk belandden ze in een 'dorp' van onderduikers in de bossen van Vierhouten. Ze zijn uit ontdekt. Kaatje overleed aan uitputting en haar suikerziekte; Max werd aan de rand van haar graf met handgranaten gedood. Zie:
Jeroen Thijssen, Het Verborgen Dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944 (Amsterdam, 2005), 97-99; 165-167.
Verhaal