Kaatje Spiero huwde met de heer Bernauer op 21 juni 1938. Op 26 januari 1941 kregen ze een tweeling. Half januari 1943 trok een oud joods echtpaar bij hen in, dat op de vlucht was voor de Duitsers. Op 25 januari 1943 deed de SD een inval en nam het oude echtpaar mee. De volgende dag werden Kaatje Spiero en haar man opgehaald door Nederlandse agenten. De schoonmoeder van Kaatje Spiero was daarbij en wist te voorkomen dat de tweeling ook werd meegenomen. Kaatje Spiero en haar man werden eerst naar Villa Windekind gebracht, het gespecialiseerde politiebureau van de Sicherheitspolizei waarin de opsporing en het verhoor van ondergedoken Joden en hun helpers waren geconcentreerd. Later kwamen zij in het Oranjehotel in Scheveningen. Na een aantal maanden werd de heer Bernauer vrijgelaten. Kaatje Spiero werd echter naar Auschwitz gedeporteerd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Verhaal