Abraham de Wilde kwam uit een gezin van acht kinderen. Zijn ouders, Levie de Wilde en Rachel Baars hadden een kruidenierswinkel aan de Rapenburgerstraat. Het gezin Levie de Wilde woonde in de Sint Antoniebreestraat buurt C nr. 90 in Amsterdam.
Abraham was een slimme jongen, getuige het feit dat hij op de lagere school de vierde klas mocht overslaan. Abraham wilde onderwijzer worden. Hij moest echter na de lagere school meteen het diamantvak in, omdat er geen geld was om hem verder te laten leren. Abraham werd diamantsnijder en was "eigen werkmaker", wat inhield dat hij een zekere mate van zelfstandigheid had. Hij had een kantoor op de diamantbeurs. Zakendoen was zijn fort echter niet en veel leverde het diamantvak hem niet op.
Abraham was een goedmoedige man die erg van kinderen hield en niet gauw kwaad werd. Behalve die keer dat hij met zijn drie kinderen op verjaardagsbezoek ging bij een tante. De kinderen schrokken zo van de kamer vol gasten, dat ze de kamer uitvluchtten. Eén ging van de zenuwen ook nog op de doos met kosjere taartjes van Snatager zitten. Abraham was woedend. Hij vond het maar niets dat zijn kinderen zo verlegen waren.
Meer tekenend voor zijn karakter was dat hij, als iemand zei "ik zal m'n best doen", aanvulde met "en meer dan z'n best kan men niet doen".
Hoewel niet zo'n muziekliefhebber vergezelde hij zijn vrouw trouw naar het Concertgebouw, waar hij zelf vaak in slaap viel.
Abraham was geïnteresseerd in politiek en las graag kranten en geschiedkundige boeken. Het hele gezin De Wilde hield van lezen, waardoor Abraham meer dan eens in de kamer om zich heen keek en opmerkte: "Het lijkt hier wel een Leesmuseum." Abraham legde ook graag een kaartje op de diamantbeurs, want thuis werd daar op neergekeken. De De Wildes kaartten wel, de Snuijfen niet.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie