Volgens de overlevering was Betty Friederika Maarzen een mooi meisje met een vriendelijk karakter en hield ze van pianospelen. Ze was 23 jaar toen ze haar niet-joodse echtgenoot, een boerenknecht, leerde kennen. Ze huwde op 11 februari 1942 in Amsterdam. Ze ging met haar man in Woudsend wonen. Zij paste zich goed aan, was vriendelijk tegen haar dorpsgenoten en verstond reeds gauw de Friese taal, al sprak zij die niet. In november 1942 werd ze opgehaald door de politie en meegenomen naar Sneek omdat ze jodin was. Van daar is ze via Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz.
Zie voor meer informatie de website van Wousend Online.