Henri Frank trouwde in mei 1937 met Stijntje den Hartog, dochter van Abraham den Hartog en Leentje den Hartog. De choepa vond plaats in het huis van de bruid in Oostendam nadat ‘s ochtends het burgerlijk huwelijk was voltrokken in het gemeentehuis van Ridderkerk.
Toen de oproepen voor de zogenoemde werkverruiming in Duitsland werden rondgestuurd, vertrok Henri Frank naar het Israëlietisch Ziekenhuis aan de Schietbaanlaan in Rotterdam, waar zijn schoonzuster Elisabeth den Hartog directrice was. Zij schreef hem in als assistent-broeder.
In november 1942 deed de SD een inval in het Israëlietisch Ziekenhuis omdat vermoed werd dat de joodse verzetsstrijdster Sara van Gigh zich daar verborg. Henri Frank werd opgepakt en naar het kamp Westerbork vervoerd. Henri Frank en zijn vrouw Stijntje zijn op 16 februari 1943 vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz.
J. de Moei, In het net gevangen. Een joods gezin in de Tweede Wereldoorlog. Ridderkerk, Rotterdam, Westebork, Polen (Rotterdam 2003) 12-13, 51, 58 en 79
Van dit huishouden is ook een JOKOS-dossier (nummer 55154) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.