Margaretha Sophia Geleerd-Levie, roepnaam Marga, was tijdens de oorlog getrouwd met Louis Geleerd.
Een goede vriendin van Marga herinnert zich dat Marga in eerste instantie niet geloofde dat haar wat slechts te wachten stond, toen de deportaties begonnen. Ze dacht te werk gesteld te worden in de tinmijnen in Polen. Ze weigerde onder te duiken met haar echtgenoot. Om het vertrek uit te stellen is Margaretha echter wel gaan werken als telefoniste/typiste voor de Joodse Raad in Den Haag.
Nadat Marga met haar echtgenoot naar Westerbork was weggevoerd, heeft voorgenoemde vriendin, die werkte voor het Ministerie van Economische Zaken, gedaan gekregen dat ze kon werken bij de Distributiedienst van het kamp. Vanuit Westerbork stuurde Marga aan haar vriendin een brief waaruit blijkt dat zij en haar man voorvoelden dat ze niet meer terug zouden komen. Ze verzocht een eventuele toekomstige dochter naar haar te vernoemen.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Zie voor meer informatie:
R. de Leeuw van Weenen-van der Hoek, //Een kille in de mediene. Joods leven in Zuidland (Zuidland 1994) 158.
In het gedenkboek van het Staatsbedrijf der PTT, voor alle gevallen werknemers staat: M.S. Levie, Telefoniste a.o. te 's-Gravenhage, geboren 10-11-1918
(Den Haag 1946) 64.
Deze persoon wordt herdacht op een gedenkteken in Zeist. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.