Manfred Rübner vluchtte vanuit Duitsland naar Nederland, waar hij op 5 januari 1939 in Eindhoven aankwam. Van 11 september 1939 tot 7 december 1940 woonde hij als pupil in het Jeugd-Alijah tehuis in Loosdrecht, het Paviljoen Loosdrechtse Rade. Vanwege zijn zorgzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel voor de andere groepsleden had hij de bijnaam ’Papa‘. Hij was befaamd om zijn kennis van het Hebreeuws en van de moderne Hebreeuwse literatuur.
Na de opheffing van het tehuis in Loosdrecht dook hij in Rotterdam onder. In Rotterdam is hij opgepakt en naar Auschwitz op transport gesteld.
F. van der Straaten, Om nooit te vergeten. Herinneringen en belevenissen aan/van Palestina-Pioniers in Nederland gedrurende de oorlogsjaren 1939-1945 (Mijnsheerenland s.a.)
De burgemeester van Loosdrecht verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Manfred Rübner, die in strijd met de voorschriften zonder toestemming van woonplaats was veranderd. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 35, 3 september 1942, 997, bericht 1722;
Deze persoon wordt herdacht op een gedenkteken in Loosdrecht. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Meer informatie over Manfred Rübner is te vinden op de website www.dokin.nl