Hans Moritz schreef in 1942 een brief aan zijn moeder. Hij schreef haar dat hij verbleven had in het Burgerweeshuis en onder andere de Openluchtschool bezocht. Hans Moritz verbleef vanaf 1939 bij het gezin van Meekren op de Stadionkade 116 en vanaf 1943 in de 'joodse wijk'.
In 1943 was Hans Moritz medewerker van het archief van de financiële afdeling van de Joodse Raad. Op 20 juni 1943 ging hij naar Westerbork. In dat kamp werkte hij als bode. Op 11 januari 1944 werd Hans Moritz gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Omtrent 10 april 1945 werd Hans Moritz met 2000 anderen vanuit dat kamp op transport gezet. Dit transport werd in noord-Duitsland tussen de twee oorlogsfronten gerangeerd. Uiteindelijk bereikte het transport Tröbitz, nabij Leipzig, waar ze werden bevrijd door de Russen. Hans Moritz leed aan vlektyphus en overleed.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Begin april 1945 werden gevangenen uit het concentratiekamp Bergen-Belsen overgebracht naar het concentratiekamp Theresienstadt. Een van de drie daarvoor gebruikte treinen is bij het dorp Tröbitz door het Russische leger bevrijd. Vele inzittenden kwamen in de trein om en vooral door de heersende vlektyfus zijn nog velen in Tröbitz gestorven. Hans Moritz Lindauer was een van hen.
Hij is begraven op de joodse begraafplaats, liggende naast het algemeen kerkhof in het dorp Tröbitz. De graven, met het hoofd afgekeerd van de muur van het algemeen kerkhof, waren in drie rijen genummerd.
Hans Moritz Lindauer is begraven in de tweede rij, graf nr. 27.
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Opsporing Joodse personen, lijst van overledenen die in Tröbitz en omgeving ter aarde zijn besteld