Alfred Goldsteen was een zoon van George Goldsteen en Carolina Mendel. Zijn ouders hadden een hoedenzaak met atelier in Rheydt. Midden jaren twintig verhuisde het gezin naar Vaals in Limburg.
Alfred verhuisde na zijn huwelijk in 1935 naar Voorburg waar hij een baan kreeg bij het verzekeringskantoor van zijn schoonvader. Tijdens de oorlog werd hij daar als jood ontslagen, maar met een vals persoonsbewijs kon hij heimelijk doorwerken.
Alfred gebruikte zijn valse identiteit om onderduikers te helpen. Hij kon ongestoord reizen. In 1944 werd hij tijdens een treinreis gearresteerd. Via de strafgevangenis Scheveningen is hij naar Westerbork overgebracht. Daar heeft hij nog een hernia-operatie ondergaan. Vanuit Westerbork is Alfred Goldsteen via Auschwitz in Mauthausen terechtgekomen. Volgens ooggetuigen is hij daar, ernstig verzwakt en met hongeroedeem, opgenomen in de ziekenbarak. Eén van de medegevangenen zou hem uit zijn lijden hebben verlost.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Zie voor een uitgebreide biografie:
H.E. Dominicus, Mauthausen. Een gedenkboek, tweede herziene en uitgebreide druk (Amsterdam 1999)