Nathan Mozes van Engers was de eerste van vijf kinderen van Mozes van Engers en Dina de Vries. Het gezin van zijn ouders woonde onder andere in Schiedam, Maassluis, Rotterdam en Delfshaven. Vanaf 1879 woonden ze permanent in Rotterdam. In 1897 begon hij zijn eigen zaak: een handel in ijzer en metalen. Hij was 1,68 meter lang. Nathan was in 1914/1915 voorzitter van de armenhulp in Katendrecht. Volgens de overlevering was een van zijn fraaiste vloeken: 'Godgloeiend godverdomme, ik zal het godgloeiende fornuis naar je verdommenis gooien.' Als iemand een wind liet was zijn favoriete uitdrukking: 'Een (n)fiege in 'n netje'. Als iemand struikelde zei hij: 'Beter gesmakt dan gesjmast.' Toen Nathan van Engers een keer werd opgehaald omdat ze in de synagoge geen minjan bij elkaar konden krijgen ging hij met tegenzin mee. Toen hij weer thuis kwam vloekte hij de hele boel bij elkaar en at zich flink vol.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie