Levie van Dam, handelaar in ongeregelde goederen, was een zoon van Herman van Dam en Alida Cohen. Hij trouwde op 30 Maart 1910 in Rotterdam met Duifje van der Sluis, een dochter van Enoch van der Sluis en Hester van Wittene. Het echtpaar kreeg in totaal elf kinderen. Vier daarvan zijn op hele jonge leeftijd overleden. Zijn zoon Herman is volgens gegevens van het Rotterdamse Bevolkingsregister vermoedelijk in de jaren 1930 in Spanje gesneuveld. Drie van zijn kinderen, t.w. Hester, Dina en Heiman hebben de oorlog waarschijnlijk overleefd maar drie kinderen, Maurits, Sibilla en Hartog werden tijdens de Sjoa vermoord.
Het huwelijk van Levie van Dam en Duifje van der Sluis hield geen stand en eindigde op 4 Januari 1936 in echtscheiding. Op 25 November 1936 is Levie voor de tweede keer in Rotterdam gehuwd met de niet-Joodse Cornelia Johanna Louwerina de Winter, 43 jaar, dochter van Kornelis de Winter en Johanna de Jeu.
Levie van Dam is gestorven in Rotterdam op 11 December 1941 en uit de begraafboeken van de joodse begraafplaats te Rotterdam is bekend dat Levie van Dam aldaar is begraven.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Levie van Dam.