Sientje de Leeuw, geboren in 1884 in Steenwijk, was een dochter van de slager Jacob Israel de Leeuw en Judith Rosenbach. Zij trouwde in Steenwijk met de reiziger in papier Elkan Kosman, een zoon van Izak Kosman, reiziger van beroep en Rosetta Rosenbach. Het echtpaar kreeg twee dochters, t.w. Julia Roza in 1912 en Roza in 1914.
Hun dochter Julia Roza was psychologe en verhuisde in 1933 naar Utrecht. Maar zij trouwde in Rotterdam op 30 Juni 1938 met de werktuigkundig ingenieur Johannes Solleveld uit Rotterdam. Zij heeft de Holocaust overleefd. Haar zuster Roza was apothekers assistente. Zij vertrok vanuit Rotterdam in 1937 naar Batavia en keerde na de oorlog in 1946 weer terug in Rotterdam.
Elkan Kosman woonde sinds 1896 in de Rotterdamse 1e Middellandstraat 77b waar Sientje de Leeuw na haar huwelijk met Elkan in 1911 kwam inwonen. Tien jaar later, op 3 Augustus 1921 verhuisden zij naar de Claes de Vrieselaan 43 waar Elkan na het overlijden zijn echtgenote in 1940 en ten tijde van de verplichte registratie van de Joodse inwoners van Rotterdam bij de Joodse Raad in 1941, nog altijd woonde. Elkan Kosman heeft echter de Sjoa overleefd. Uit zijn registratie kaart blijkt dat hij vanaf 19 Februari 1948 woonde hij in de Aelbrechtstraat 30a in Rotterdam.
Sientje Kosman-de Leeuw werd echter op 27 Januari 1940 opgenomen in het Joods Ziekenhuis in de Schietbaanlaan 42, waar zij op 11 October 1940 is overleden. Uit de begraafboeken van de joodse begraafplaats Toepad te Rotterdam is bekend dat Sientje de Leeuw aldaar is begraven.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Elkan Kosma; website wiewaswie.nl, huwelijk Kosman/de Leeuw en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Elkan Kosman.