De eerste echtgenote van Abraham Kok, Cato, overleed in 1932. Uit zijn eerste huwelijk had hij twee dochters: Margaretha en een kind dat de oorlog overleefde.
Toevoeging van een bezoeker van de website
In het archief van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung ligt een lijst met namen van medewerkers van de Joodse Raad die mogelijk in aanmerking kwamen voor een Sperre.
Op deze lijst staat de naam van Abraham Kok.
Archief Höhere SS-und Polizeiführer NIOD 77-1429
Abraham Kok is op 18 augustus 1943 in het kamp Westerbork omgekomen en op 20 augustus 1943 gecremeerd. De urn met as is op de Joodse begraafplaats in Diemen bijgezet op veld U, rij 11, graf nr.16.
Register van joden die in het kamp Westerbork zijn gecremeerd, 1943-1944; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen, inv. n 3789