Barend Kamp was een zoon van Andreas Kamp en Sprientje Jacobs Sanders. Hij trouwde in Rotterdam op 19 Juni 1907 met Johanna Fransman, een dochter van Andries Fransman en Rosette Sanders. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Andreas, Isidore en Spriena. De drie kinderen zijn met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord.
Barend Kamp overleed in Rotterdam op 18 November 1942 en uit de begraafboeken van de joodse begraafplaats te Rotterdam is bekend dat Barend Kamp aldaar is begraven. Zijn zuster Judith was gehuwd met Abraham Schelvis uit Amsterdam maar woonde na zijn overlijden bij de familie van Ephraim Snoek in de Douwes Dekkerstraat 33 III. Van zijn andere zuster Eva, die in Opheusden in 1869 werd geboren is verder niets bekend.
Zijn vrouw Johanna Fransman werd echter op 14 October 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd en zij is op 6 November gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij bij aankomst aldaar op 9 November direct werd vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, huwelijksakte Kamp/Fransman 1907 g71v en de gezinskaart Barend Kamp; bevolkingsregister Rotterdam beteffende Andreas Kamp en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Johanna Fransman.