Bij een onderzoek van de archieven van de burgerlijke stand uit de oorlogstijd in één van de kantoren van de burgerlijke stand in Opper Silezië (Polen), zijn overlijdensaktes gevonden van gevangenen uit de kampen "Reichsautobahnlager Annaberg" en "Zwangsarbeitslager Niederkirch".
Eén van de gevonden overlijdensaktes was van Mozes de Jong , waaruit bleek dat hij op 10 December 1942 in het kamp Annaberg is gestorven. In die akte worden “gangreen en ontsteking van de hartspier”als officiële doodsoorzaken vermeld. (Gangraen und Herzmuskelentzündung).
Uit het archief van de Joodse Raad voor Amsterdam blijkt dat Mozes de Jong op 2 October 1942 vanuit kamp Westerbork “naar het oosten” werd gedeporteerd.
Privé collectie Edward Haduch, Kedzierzyn-Kozle (Polen), de overlijdensakte van Mozes de Jong uit het Bevolkingsregister (Standesamt) Annaberg en het Archief van de Joodse Raad Amsterdam.
Echter bij de vaststelling van de overlijdensdatum van Mozes de Jong wordt de officiële Nederlandse datum gehandhaafd. De hier vermelde datum is de juridische overlijdensdatum door het Ministerie van Justitie aangehouden