Martje Worms, geboren op 1 Januari 1913 als een dochter van Salomon Worms en Mietje Furth, trouwde op 21 Juli 1937 in Amsterdam met Samuel van Bever, een zoon van Samson van Bever en Sientje Smeer. Martje en Samuel kregen twee kinderen; hun dochter Sientje, die in 1938 werd geboren heeft de Holocaust overleefd maar hun zoontje Louis Salomon, geboren in Januari 1940, overleed tien maanden later ten gevolge van een kinderziekte in October 1940 in Amsterdam.
Martje Worms was de achtste van de elf kinderen van Salomon Worms en Mietje Furth. De oudste was Leendert, die op 18 September 1902 was geboren, daarna volgden Levie op 10 October 1903 maar die overleed ongehuwd in Amsterdam op 24 November 1933. De daaropvolgende, Sara Amanda, die op 6 Februari 1905 was geboren, trouwde met Joseph Vos en emigreerden na de oorlog naar Canada.
Rachel Worms, die op 30 December 1906 was geboren overleed ongehuwd in Amsterdam op 11 October 1938. Dan kwam Jacob op 25 Januari 1910 en vervolgens Betsie, die op 3 September 1911 geboren was maar op 14 Februari 1912 overleed, slechts 5 maanden oud. Dan volgde Martje in 1913 en Rosette, die op 1 Juli 1914 geboren was. De voorlaatste was Abraham, geboren op 18 September 1916 maar na 15 maanden op 9 Januari 1918 overleed en Marcus Izak, geboren op 3 Juni 1918 en op 11 Februari 1919 in Amsterdam stierf, sloot de rij.
Van deze elf kinderen overleefden alleen Sara Amanda en Rosette de oorlog. Rosette was geboren op 1 Juli 1914 en was in Juli 1936 gehuwd met de niet-Joodse Adolf van Feggelen en vanaf September 1936 betrokken zij een woning in de Van Woustraat 117 III in Amsterdam, waar Sientje van Bever op 28 Februari 1946 als OPK pleegkind werd ondergebracht. Maar Leendert, Jacob en Martje werden tijdens de Sjoa vermoord.
Nadat Martje in 1937 getrouwd was, trok zij bij Samuel in, die op de Raamgracht 37 III in Amsterdam woonde. Op 13 Januari 1939 verhuisden zij naar de Rapenburgerstraat 34 I, waarna nog verhuizingen volgden naar de Weidestraat 25 I in Betondorp (Amsterdam-Oost) en weer naar de Rapenburgerstraat 26 I. Na de razzia van Februari 1941, waarbij haar man Samuel van Bever slachtoffer geworden was, betrok Martje van Bever-Worms met haar dochter Sientje per 10 April 1941 een woning in de Camperstraat 52 II in Amsterdam-Oost
De inmiddels weduwe geworden Martje van Bever werd op 28 November 1942 naar Westerbork afgevoerd, van waar zij op 8 December 1942 op transport werd gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 11 December 1942 werd Martje Worms-van Bever onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau. Haar man Samuel van Bever werd al op 19 Augustus 1941 in Mauthausen van het leven beroofd.
Bronnen o.a. het Felix Archief Antwerpen, vreemdelingen dossiers Borgerhout 2796 en 1170/272882 voor Salomon Worms en 3031 voor Mietje Furth; Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Salomon Worms, archiefkaarten van Salomon Worms, Samson van Bever, Samuel van Bever, Martje Worms, Louis Salomon van Bever en van Adolf van Feggelen; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samuel van Bever, Martje van Bever-Worms Sientje van Bever en Rosette van Feggelen-Worms en toevoegingen van een bezoeker van de website.
Eerdere versie ge-updated 8 Februari 2021 door de redactie van Joods Monument.