Simon van Bever was een zoon van Samson van Bever en Sientje Smeer.
Simon heeft na de lagere school veel beroepen uitgeoefend om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. Zijn eerste baantje was bij Matzefabriek Hollandia, daarna werkte hij als stoker bij de Artillerie Inrichting Hembrug en als ʻnageljongenʼ bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij. Ook was hij een tijdje poelier en later werd hij lompenventer, net als zijn vader. Naast zijn werk als lompenventer stond Simon vanaf juli 1939 met tweedehands artikelen op de zondagsmarkt op Uilenburg. Hij had een vergunning en een vaste standplaats.
Hij trouwde op 6 Februari 1935 in Amsterdam met Betje Zwarts, een dochter van Abraham Zwarts en Sara Wertheijm. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Samson, Sara en Sientje.
Tijdens de razzia’s op zondag 23 februari werd Simon opgepakt, naar kamp Schoorl overgebracht en later gedeporteerd naar Buchenwald en Mauthausen. Simon werd op 11 augustus in de gaskamer van Slot Hartheim vermoord, maar kreeg als ‘officiële’ overlijdensdatum 1 september 1941 toewezen.
Betje Zwarts werd samen met haar drie kinderen op 9 Juli 1943 in Sobibor vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Samson van Bever, Simon van Bever en Betje Zwarts.
Themasite Stadsarchief over februari razzia's, gebaseerd op onderzoek Wally de Lang