Jacob de Goede, procuratiehouder, was een zoon van Soesman de Goede en Elisabeth Polak. Hij trouwde op 21 September 1939 in Amsterdam met Roosje de Jong, een dochter van Marcus Salomon de Jong en Rachel Koen. Jacob's ouders overleden al vóór de oorlog; zijn vrouw Roosje en dochtertje Elisabeth Mary, die in November 1940 werd geboren, overleefden de Holocaust.
Jacob de Goede heeft in 1907 een zusje Bertha gehad die slechts één maand oud geworden is. Een andere zus, Marie, geboren in 1912 en die in 1934 gehuwd was met Salomon Engelsman uit Amsterdam, overleed op 9 October 1940 en is twee dagen later begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Jacob zelf werd begin October 1942 naar Kamp Westerbork gestuurd waar hij geruime tijd in barak 61 heeft verbleven. Op 16 Februari 1943 werd hij op transport gesteld naar Auschwitz waar hij bij aankomst op 19 Februari 1943 werd vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jacob de Goede, Rachel de Jong en Marie de Goede, gezinskaart van Soesman de Goede en website Akevoth/Mokum/Burial permits en het archief van de Joodse Raad Amsterdam, kaart Jacob de Goede.