Sophia Nathans was een dochter van Simon Nathans en Betje de Jong. Zij trouwde op 28 Juli 1920 in Groningen met Maurits Minco, een zoon van Manus Minco en Sebilla Hedeman. Sophia en Maurits kregen zes kinderen waarvan twee kinderen de Holocaust hebben overleefd. Zij waren voor de onderduik elders ondergebracht dan hun ouders en broertjes en zusje. Sophia, haar man Maurits, dochter Stella en haar zonen Sallo, Simon en Nico waren nabij Ootmarsum ondergedoken maar door verraad op 6 October 1944 gepakt. Volgens aantekeningen op haar kaart uit het archief van de Joodse Raad werden Sophia en haar dochter Stella naar het vliegveld bij Enschede gebracht en vandaar naar nazi-Duitsland afgevoerd, waar zij ergens in Midden Europa tijdens de Sjoa om het leven zijn gekomen. Haar man Maurits en haar drie zonen Sallo, Simon en Nico zijn op 7 October 1944 even buiten de plaats door een groep SD'ers doodgeschoten.
Sophia's ouders hadden in totaal acht kinderen. Dat waren Aaltje, Nathan, Salomon David, Klara, Eva, David Simon, Anna en Sophia zelf. Alleen haar broer Nathan stierf op tamelijk jonge leeftijd, hij overleed in 1913, 27 jaar oud. Alle andere broers en zusters van Sophia werden ook in de Sjoa vermoord.
Website www.wiewaswie.nl, archief Joodse Raad, kaart Sophia Polak-Nathans en de geschiedenis van de Joden in Ootmarsum van B. Morshuis.