Gedenkteken waarop Johan Slager, Saartje Zeehandelaar-Slager, zijn moeder en Aron Slager, zijn broer in Steenwijk wordt herdacht met op de achtergrond het gebouw van de Odd Fellows, de plek waar de synagoge stond.
Biografie Johan Slager en familie geschreven door zijn dochter Sarah Katznelson Slager:
Johan Slager uit Steenwijk was gehuwd met Elisabeth Boutelje uit Scheveningen. Toen in juni 1942 de eerste transporten begonnen kreeg Johan samen met andere joodse Steenwijkers een oproep voor arbeid waar hij geen gehoor aan gaf. Intussen kwam de Haagse familie van zijn vrouw in contact met een Nederlander die voor veel geld de familie naar Zwitserland zou brengen.
Zo probeerde Johan Slager met zijn hoogzwangere echtgenote samen met nog 12 anderen van de familie naar Zwitserland te vluchten. (o.a Naatje Boutelje-Huisman, de moeder van zijn vrouw, Heintje Huisman, zus van Naatje Huisman en kinderen)
In Antwerpen zijn ze verraden en opgepakt en gebracht naar de gevangenis in Antwerpen waar Johans moeder, Saartje Zeehandelaar Johans broer Aron caliumcianaat innamen die ze bij zich hadden. Saartje overleed 23 juli 1942 in het ziekenhuis en werd begraven, eerst in Antwerpen en later herbegraven in Putte. Aron werd ook naar het ziekenhuis gebracht maar herstelde en werd over gedragen aan de SS die hem naar Mechelen stuurde. Hij werd bij het VIII transport vanuit Mechelen richting Auschwitz in Kossel uit de trein gehaald. Het is niet bekend in welk werkkamp in Oberschlesien hij is omgekomen. Aangehouden wordt door Nederlandse instanties dat de datum van zijn overlijden 31 december 1943 is. De andere familieleden zijn naar kamp Breendonck, tussen Antwerpen en Brussel, gebracht. Zij bleven daar tot 20 augustus. Vanwaaruit zijn ze naar het Judische Zammellager in Mechelen gebracht en met diverse transporten naar Auschwitz.
Elisabeth werd 20 augustus 1942 vanuit kamp Breendonck vrijgelaten om haar kind te baren met die voorwaarde dat ze terug zou komen. Ze werd gebracht naar het Joodse Weeshuis in Brussel, die onder gezag van de SS was. Op 31 augustus 1942 baarde in het Sint Pierre ziekenhuis in Brussel een dochter Sarah terwijl Johan in gevangenschap was. Zodoende heeft hij zijn dochter nooit gekend. Want Johan werd 1 September 1942 met transport VII vanuit Mechelen richting Auschwitz gedeporteerd. De trein stopte in het plaatsje Kossel (nu Kedzierzyn-Kozle) ongeveer 80 km ten noorden van Auschwitz en werd hij zoals de andere mannen tussen 15 en 55 jaar die in het transport zaten eruit gehaald voor dwangarbeid. Hij is, waarschijnlijk via Annaberg, naar zwangarbeits Autobahnslager Niederkirche gebracht. Daar is hij is op 23 december 1942 omgekomen. Zie de bijdrage van Edward Haduch.
Met hulp van de Belgische ondergrondse hebben Elisabeth en Sarah de oorlog overleefd.
Sarah Katznelson-Slager