Verhaal

Verhaal van Wieske Veldhuis bij onthulling struikelsteen voor Levie Vomberg

Zwolle, 21 september 2016, Rodetorenplein 8.

Door: Veldhuis

Wieske vertelt hoe zij betrokken is geraakt bij Levie Vomberg, de herinneringen van haar tante en enkele gevonden sporen verbonden met zijn leven.

foto's: Ineke Walrave

Twee jaar geleden, oktober 2014, had ik een gesprek met mijn tante, een zus van mijn moeder, over de oorlogsjaren in ’s-Heerenbroek. Daar staat de boerderij waar mijn moeder is geboren. Als kind logeerde ik daar vaak bij een andere zus van mijn moeder. Mijn tante vertelde over Levie Vomberg, de man die op de boerderij kwam om vee te kopen.

Zij vertelde me het volgende:

“Mijn vader verkocht het vee altijd aan huis. En daar is mijn moeder wel eens boos om geweest, omdat hij de jongens niet leerde koeien te verkopen. Mijn vader had iemand in Zwolle, Vomberg, dat was een jood, en die kwam naar ons huis en daar verkocht hij alle koeien aan. Ik weet nog dat die man de laatste keer bij ons was. Wij wisten weinig van de ellende van de oorlog, van de joden en wat er gebeurd is. Wij wisten er niks van. We hadden geen radio. De krant die we lazen, was ook niet veel. Dat zegt mijn man ook: we hebben zo weinig van de narigheid gehoord. We hebben gelezen in verschillende boeken en wat gepubliceerd wordt, maar anders niet. Maar die man kwam op een morgen bij ons. Hij liep voor ’t huis langs, wat hij nooit deed, heel voorzichtig, heel stiekem, en toen, ik weet niet meer wat hij gezegd heeft, maar het kwam wel hier op neer dat hij niet weer terug kwam. Hij was weg en bleef weg. Na die tijd ga je dat aan elkaar vlechten. Hij was ook bang dat hij gezien werd, als jood. Dat was toen heel erg, dat die mensen opgepakt werden. We wisten niet waarom. Mijn vader heeft niets gezegd. We waren ja niet volwassen, goed, hoe oud was ik toen in de oorlog? In het begin van de oorlog 16 à 17 jaar. In ieder geval weet ik nog dat ik dacht: wat doet hij geheimzinnig. Waarom is dat? Dat is daarom geweest. En toen hij weg ging ook eigenlijk op een manier van “nou jongens … ik kom hier niet weer…” Zo ging hij eigenlijk weg. Mijn vader had het er later nooit over. De nieuwsstroom bij ons was heel summier. Daar hoorde je weinig van. Als we daarover lezen dan zeggen we: dat we daar nu niks van gehoord hebben in de oorlog zelf. Van Vomberg hebben we nooit meer iets gehoord. Die Vomberg was een echte handelaar. Dat was echt een gezeten jood.”

Tot zover mijn tante, twee jaar geleden. Ik was er niet bij, maar omdat ik de boerderij goed ken, zie ik het voor me: hoe Levie Vomberg daar kwam als veehandelaar en op een dag niet meer. Die ontdekking, dat dit ook gebeurde op de boerderij waar mijn moeder opgroeide, heeft voor mij de Tweede Wereldoorlog nóg dichterbij gebracht.Toen ik na het gesprek met mijn tante thuiskwam, ging ik zoeken in het boek: Herinneringsboek Joods Zwolle. En op pag. 62 vond ik zijn naam: Levie Vomberg. Op 1 september 1886 geboren in Dalfsen. Hij was veehandelaar en woonde op Rodetorenplein 8 in Zwolle. Op 27 november 1942 is hij vermoord, in Auschwitz.Ik belde mijn tante en vertelde dat ik zijn naam heb gevonden in het herinneringsboek en dat hij in Auschwitz is vermoord. In verbondenheid vanuit mijn eigen geschiedenis heb ik toen een struikelsteen voor Levie Vomberg geadopteerd. En vandaag herinneren we hem als een betekenisvolle man in mijn eigen familie, in ’s-Heerenbroek, in Zwolle, in onze samenleving.

Ik heb gevonden dat Levie Vomberg de zoon is van Gerson Vomberg en Esther Cracau. Zij zijn begraven op de joodse begraafplaats in Zwolle. Gerson was een van de leidende figuren van de Chewre Kadisja Gemilut Chasadim, een sociale vereniging van de Joodse gemeente. De opa van Levie heeft meegewerkt aan de komst van de synagoge in Dalfsen. Deze staat er nog.

Levie woonde vanaf 27 oktober 1919 op het Rode Torenplein 8. Op 24 februari 1942 verhuisd hij naar de Diezerstraat 81. Op 14 september 1942 verhuist hij naar de Praubstraat 1. De laatste twee verhuizingen waren waarschijnlijk omdat zijn huis hier in beslag is genomen. Hij was naast veehandelaar ook rabbinaal toezichthouder. Hij was Sjoumer haKasjroet, bewaker/toezichthouder op het correct slachten van vee volgens de wetten van het Kasjroet. Hij genoot dus het vertrouwen van het Zwolse rabbinaat.

Levie werd door de Zwolse politie op 18 november 1942 gearresteerd en overgebracht naar Westerbork. Nabestaanden heb ik niet gevonden.

In 1986 is er een fietsplaatje gevonden met de naam van Levie Vomberg. Dit jaar vertelde mijn tante aan haar dochter dat Levie Vomberg een eerlijke en precieze man was en dat haar vader hem graag mocht. Als hij in ’s Heerenbroek was geweest ging hij daarna naar Zalk om fruit te kopen, want daar was fruit het lekkerst. Zo raakte ik betrokken bij Levie Vomberg en vond ik enkele sporen verbonden met zijn leven dat eindigde in Auschwitz. Vandaag onthullen we voor hem én voor ons een gedenkteken én waarschuwingsteken.

 Wieske Veldhuis

 

 

 

Alle rechten voorbehouden