Artikel

Bronnen

Welke bronnen zijn gebruikt?


De zogenaamde gemeentelijsten vormen de basis van de reconstructie van de joodse gemeenschap in Nederland begin jaren ’40. Ook zijn persoonskaarten en lijsten in herdenkingsboeken gebruikt. De sterfplaatsen- en data zijn ontleend aan In Memoriam, maar ook aan sterfboeken van kampen en rouwadvertenties. Voor de aanvullende gegevens is een reeks van bronnen gebruikt. Hieronder worden deze bronnen nader toegelicht.

Gemeentelijsten

Gemeentelijsten zijn lijsten van joodse inwoners per gemeente, die de Nederlandse gemeenten op last van verordening 6 d.d. 10 januari 1941 van de Duitse bezetter moesten aanleggen. Deze lijsten zijn (veelal in de periode februari tot mei 1941) gemaakt op basis van de formulieren die joden zelf moesten invullen. Vaak werden deze lijsten door de gemeenten vervolgens gecontroleerd aan de hand van het bevolkingsregister.
De meeste van deze lijsten zijn bewaard gebleven in het Archief van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung dat onderdeel is van de collecties van het NIOD. De overige lijsten zijn teruggevonden bij lokale archieven. P. Tammes en M. Croes hebben de lijsten samengebracht voor hun proefschift 'Gif laten wij niet voortbestaan'. Een onderzoek naar de overlevingskansen van joden in de Nederlandse gemeenten 1940-1945 (Amsterdam 2006). Een bewerking hiervan is te raadplegen op het internet.
Wanneer er voor een gemeente geen gemeentelijst bewaard is gebleven, is gezocht naar alternatieve bronnen. Hierbij is gebruik gemaakt van data uit bevolkingsregisters: voor velen is de persoonskaart gebruikt. Daarnaast is gebruik gemaakt van de reconstructies van joodse gemeenten die in verschillende gedenkboeken zijn opgenomen en databestanden die door andere onderzoekers zijn vervaardigd.
Deze lijsten geven in alle gevallen naam, geboortedatum en -plaats en adres, en in veel gevallen ook informatie over de gezinssamenstelling en de beroepen van de gezinsleden.

In Memoriam

De data uit de gemeentelijsten (en de andere hierboven genoemde bronnen als een gemeentelijst niet voorhanden was) zijn gekoppeld aan bronnen die informatie geven over de sterfdatum en -plaats. Ten eerste is hiervoor In Memoriam gebruikt. Dit boek bevat de namen van overledenen die ’uit Nederland werden gedeporteerd en van wie geen graf bekend is‘. Daarmee ontbreken in deze bron vrijwel alle namen van mensen die in een kamp in Nederland zijn omgekomen, die als verzetsstrijder zijn geëxecuteerd, de mensen die zelfmoord hebben gepleegd en de mensen die een ’natuurlijke‘ dood zijn gestorven.
Dit hiaat is zoveel mogelijk ondervangen door de gegevens uit andere bronnen over te nemen, zoals: de ter plaatse bewaarde dodenboeken uit kamp Westerbork, kamp Vught en kamp Amersfoort; de Erelijst van verzetsstrijders, rouwadvertenties uit het Nieuw Israëlietisch Weekblad en Het Joodsche Weekblad; begraafboeken van joodse begraafplaatsen en de lijsten van zelfmoorden zoals samengesteld door de Joodse Raad .

Eindhovenlijsten

Als extra controle zijn de bronnen die gegevens bevatten over sterfdatum en -plaats ook nog vergeleken met de lijsten van overlevenden die de Joodse Coördinatie Commissie (JCC) vlak na de oorlog opstelde en publiceerde. Deze lijsten worden ook vaak aangeduid als ’Eindhovenlijsten‘ omdat daar de JCC aanvankelijk gevestigd was. Deze gedrukte lijsten zijn o.a. in te zien bij de Universiteits Bibliotheek in Amsterdam en bij het Joods Historich Museum. Daarnaast zijn de gegevens vergeleken met de gegevens die verschillende onderzoekers verzamelden over overlevenden. (Deze bronnen zijn niet voor derden beschikbaar). Wie in beide bronnen voorkwam met exact dezelfde gegevens, is niet opgenomen in het Monument.

Koppelen van gegevens

Bij de koppeling tussen de hierboven genoemde bronnen is de volgende procedure gevolgd: allereerst werd gekoppeld als de volledige naam, de geboortedatum en -plaats geheel of nagenoeg geheel overeenkwamen. Vervolgens werden de uitkomsten gecontroleerd op mogelijke inconsistenties. Van alle mogelijke matches werd op deze wijze ca. 89 procent min of meer automatisch gegenereerd. Daarnaast kon voor 5 procent op handmatige wijze een koppeling worden vastgesteld. Personen die wel in In Memoriam staan, maar niet op de gemeentelijsten voorkomen, zijn toch opgenomen in het Monument. Van deze personen zijn ons afgezien van volledige naam, geboorteplaats en -datum en sterfplaats en -datum geen gegevens bekend. Zij zijn niet ingedeeld bij een gezin, en hebben geen adres.

Overige bronnen

De volgende stap was het koppelen van de persoonsgegevens aan bronnen met aanvullende gegevens, zoals informatie over de huisraad van een gezin. Deze gegevens zijn afkomstig uit de inventarislijsten. Een inventarislijst kan zich bevinden in een Jokos-dossier of in het archief van de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg. Ook werd gekeken of van de personen die opgenomen zijn in het Monument een Liro-kaart bewaard is gebleven. Daarnaast zijn onder meer leerlingenlijsten van (joodse) scholen opgenomen; gegevens over winkels van joodse eigenaren, en gegevens over de leden van een joodse voetbalclub.
Verder zijn de zogenaamde 'aanmeldingformulieren diamantbewerkers' opgenomen die ruim vijfhonderd diamantbewerkers invulden om voor vrijstelling van deportatie in aanmerking te komen. Ook zijn Amsterdamse marktkaarten (vaak met een pasfoto) van joodse marktkooplui aan de site toegevoegd. Deze aanvullende gegevens zijn opgenomen omdat ze een beeld geven van het dagelijkse leven van de betreffende personen.

Literatuur, achiefstukken en herinneringen

Er bestaan vele boeken en archieven die informatie bevatten over de levens van personen die in het Monument zijn opgenomen. Deze bronnen worden gebruikt om biografische aantekeningen te maken. De herkomst van de informtie staat altijd onder de tekst vermeld. Wanneer bezoekers informatie aanleveren wordt dat aangegeven met 'Toevoeging van een bezoeken van de website'.
In de eerste twee jaar zijn bijna 20.000 biografische aantekeningen gemaakt. Daarvan zijn 7000 voor rekening van Ies Lipschits.

Alle rechten voorbehouden