Josua Harpman was in 1930 in Amsterdam getrouwd met de niet Joodse Ada Gustina Alexandra Kresner, het echtpaar was woonachtig in Zandvoort. Zijn beroep was verkoper van horeca en banketbakkersproducten.
Josua was de zoon van Jonas Harpman en Sophia Porcelijn, beiden werden op 7 mei 1943 in Sobibor vermoord.
Josua Harpman was ondergedoken in een pakhuis aan de Kloostersteeg in Wageningen, zijn vrouw woonde in die periode bij het gezin van haar broer aan de Brinkerweg in Wageningen.
Tijdens zijn onderduikperiode maakte Josua een reis per trein naar Amsterdam en werd gearresteerd.