Salomon Witsenhuijsen was een zoon van Levie Witsenhuijsen en Susanna Lampie. Hij trouwde op 10 Juli 1940 in Amsterdam met Duifje Platvoet, een dochter Marcus Platvoet en Jetje Gans. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Levie in 1941 en Jetty in 1942. Beide kinderen hebben door onderduik de Sjoa overleefd.
De familie Witsenhuijsen besloot onder te duiken en Salomon en Duifje kwamen in Veenendaal terecht. Op 4 Januari 1944 werd door de SD een inval gedaan waardoor zij werden als “onderduikers” gearresteerd en naar Kamp Westerbork werden afgevoerd. Op 6 Januari werden zij daar geregistreerd en moesten in barak 67 verblijven. Op 25 Januari werden Salomon en Duifje als “strafgeval” op transport gesteld naar Auschwitz. Duifje Witsenhuijsen-Platvoet werd bij aankomst aldaar op 28 Januari 1944 direct vermoord. Haar man Salomon Witsenhuijsen heeft nog geruime tijd dwangarbeid moeten verrichten maar hij is uiteindelijk op 21 Januari 1945 ergens in Midden Europa om het leven gekomen.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Salomon Witsenhuijsen en Marcus Platvoet; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Witsenhuijsen en Duifje Witsenhuijsen-Platvoet en toevoegingen van een bezoeker van de website.