Rosette Hakker heeft er gedurende 1942/3 voor gezorgd dat door agent Willem Klaassens bevrijde joden, die vanaf de Panamakade op punt van vertrek stonden naar Westerbork, gesperrt werden.
Rosette, kapster van beroep, stond in contact met agent Klaassens van Bureau Kattenburgergracht. Via de kapper van het NIZ, dhr Gans, kreeg Rosette als kapster een baantje in datzelfde ziekenhuis. Zij werkte daar samen met NIZ-directeur Kronenberg en Dhr Bolle om uit de trein bevrijde joden te sperren.
Klaassens in een in 1946 opgemaakt rapport:
“Mej. Hakker die er (op de Panamakade) ook liep met een kappersschort voor en een mantel aan en om de arm een witte band met een rood kruis, nam de mensen van mij over, bracht ze dan achter de loodsen langs naar de Borneokade en vervolgens naar de stad. ’s Avonds kreeg ik dan van Mej. Hakker de persoonsbewijzen van de menschen, waarmee ik dan ging naar den heer Bolle, die ze voor mij sperden. Zoo werden er door ons nog veel menschen gered en kregen hierdoor de gelegenheid onder te duiken.”
Rosette Hakker is zelf niet ondergedoken. Zij werd op 20 oktober 1943 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd waar ze op 22 oktober werd vermoord.
Bron: naoorlogse enquête van politiepersoneel over herinneringen en ervaringen aan februari 1941. Archief ASD, gemeentepolitie KLAC 01785 0000 85