Hartog ging van 9 september 1890 tot 20 juli 1898 naar de Groningse dovenschool. Volgens de gegevens van de school was hij doof geboren.
Zijn vader was sjouwerman van beroep. Hartog leerde kleermaken.
De school noteerde dat hij in oktober 1900 op weg was naar Hamburg, om daar te werken bij zijn oom Van Dam die een confectiezaak had. In juni 1916 had Hartog een flink atelier waar tien personen werkten.
Verder is genoteerd dat hij getrouwd was met Sara Kleerkooper.
Hartog was gehuwd met Sara Kleerekooper, zij was vermoedelijk horend. Hartog en Sara hadden drie kinderen:
Frederika Zegerius (1910-1943), Joseph Isaac Zegerius (1913-?) en Isidoor Zegerius (1916-?).
Hartog had een dove broer: Aäron Zegerius, een dove zus: Debora Zegerius, en een dove neef: Joseph Zegerius.
Hartog was lid van de Amsterdamse dovenvereniging Guyot en vierde niet alleen zijn 25-jarig jubileum als bestuurslid maar zelfs zijn 30 jarig jubileum. Dit laatste feit werd geroemd in het jaarverslag van de Nederlandse Bond van Doofstommenverenigingen, geplaatst in het juni/julinummer van 1939 van het tijdschrift ANDOR. in maart 1939. Hartog kreeg ter ere hiervan een ere-medaille uitgereikt, van de Orde van Oranje Nassau. Een artikel over deze heuglijke gebeurtenis is te vinden in het februarinummer van 1939 van het tijdschrift ANDOR.
Hartog was veelvuldig voorzitter van Guyot. Daarnaast was hij oprichter en voorzitter van de Nederlandse Bond van Doofstommenverenigingen. Hij werd bovendien bij de oprichting in 1924 voorzitter van de Nederlandse Dovensportbond.
In het januarinummer van 1940 van het tijdschrift ANDOR is een advertentie te vinden waarin de kinderen en kleinkinderen van het echtpaar Zegerius-Kleerekooper bekend maken dat hun (groot)ouders op 16 december 1939 hun 30-jarig huwelijk vieren. Van dit feit was in het decembernummer van 1939 al verslag gedaan.
